Geschiedkundig Overzigt van de Besturen, die, vóór de herstelling van Nederland in 1814, elkander in Drenthe zijn opgevolgd. Door J.S. Magnin, Archivist bij het Gouvernement van Drenthe. Iste Stuk: loopende van den vroegsten tijd tot het jaar 1046. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1838. In gr. 8vo. X en 160 bl. f 1-80.
De Provincie Drenthe is zeker dat Gewest van Nederland, over welks Geschiedenis het minst geschreven is. Verdient het die vergetelheid? Neen voorzeker! Te regt toch merkt de Schrijver van het aangekondigde werk, reeds in de Inleiding, aan, dat in Drenthe, meer dan elders in Noord-Nederland, de zeden en gewoonten der oude Germanen tot lateren tijd toe onveranderd hebben voortgeduurd, en dat Drenthes bestuur, wetgeving en regering Eeuwen lang zuiver Germaansch gebleven zijn. In meer dan één opzigt levert dit Gewest voor den beoefenaar der Geschiedenis en Oudheden van ons Vaderland een zeer belangrijk veld op tot nasporing en vergelijking met die van de overige Gewesten, tegenover welke hetzelve iets eigendommelijks vertoont, 't welk naauwelijks anders dan uit het ongeschonden bewaren van vroegere instellingen, wetten, zeden en gewoonten kan verklaard worden. Belangrijk is dus de taak, die de Heer magnin heeft op zich genomen, om Drenthes Geschiedenis toe te lichten. Als Archivarius der Provincie is hij daartoe op het beste standpunt geplaatst, en van zijnen ijver in het nasporen der oudheden van zijn Gewest heeft hij bereids in zijn werk over de voormalige Kloosters in Drenthe voldoende bewijzen gegeven. Wij hebben dus alle reden, om van dit Geschiedkundig Overzigt de beste verwachting te koesteren, en het begin daarvan met belangstelling te beschouwen.
Dit eerste Stuk loopt van den vroegsten tijd tot den jare 1046, en handelt zoo het eerste tijdvak van Drenthes Geschiedenis af. Met dat jaar toch werd Drenthe tot een afzonderlijk Graafschap verheven, en de tijdelijke Bisschop van Utrecht tot Graaf van Drenthe aangesteld. Uit den aard der zaak is het hier behandelde tijdperk duister en verward. Het ontbreekt minder aan algemeene berigten, dan wel aan plaatselijke overleveringen of oorkonden, waardoor het algemeene op Drenthe in het bijzonder kan worden toegepast. Het is