Deze redenen hebben den Vertaler bewogen, ook het Nederlandsch publiek met dit oorspronkelijk in de Hoogduitsche taal geschreven Hulpboeksken tegen zulk eene nare kwaal (bl. X) bekend te maken. Daar een zeer bekwaam Geneesheer van hetzelfde gevoelen was, zoo heeft de Vertaler handen aan het werk geslagen, uit zucht, zoo als hij opregt en gemoedelijk verzekeren kan, om zijnen landgenooten van nut te wezen. Die Geneesheer, onder de letter S. aangeduid, heeft er eenige weinige aanteekeningen bijgevoegd, die echter niet verder schijnen te gaan dan tot bl. 21. De Vertaler heeft verder gemeend dengenen, die gaarne zelve een eenvoudig, gemakkelijk te bereiden medicament wenschen te verkrijgen, en denzulken, die gaarne mogen weten, welke bestanddeelen de medicijn, die zij gebruiken moeten, heeft, geene ondienst te bewijzen, door de achter het Hulpboekje geplaatste recepten in het Nederduitsch over te brengen!! - Zoo verliest het boekje zijn geneeskundig voorkomen, wordt een populair en toch systematisch behandeld geschrift (bl. X.)!!
In drie Afdeelingen vindt de hulpbehoevende lezer, och arme! eerst algemeene aanmerkingen over de hoofdpijn, bl. 1-28. Op bl. 9 kan men lezen, dat de hoofdpijnen somwijlen toch goed tegen het te vet worden kunnen zijn; want een man van zestig jaren, van een melancholiek temperament, sedert 16 jaren aan eene bijkans onophoudelijke hoofdpijn, door belette circulatie in het systema ontstaande, (?) lijdende, is echter, trots de vermagerende eigenschap der hoofdpijn, van eene gewone zwaarte tot boven de tweehonderd ponden gestegen! En voegt er de steller dezer noot bij: Hoe zwaar zoude deze grijsaard zonder hoofdpijn niet geworden zijn! Eene hoofdpijn, die den mensch jaren lang kwelt, met oorenvloed en etterende ooghoeken, mag wel eene langwijlige hoofdpijn genoemd worden, (bl. 3, noot 11.) Op bl. 16 wordt van eene hoofdpijn gesproken, die somwijlen gepaard gaat met eene woedende fantasie! Voor febris lavata, bl. 21, leze men larvata. Ook de ziek-