Geschiedenis der Uitvindingen in Kunsten en Wetenschappen, sedert den vroegsten tot op onzen tijd, door J.H.M. Poppe, Hoogleeraar te Tubingen. (Vrij naar het Hoogduitsch bewerkt.) Iste Stukje. Te Zutphen, bij W.J. Thieme. 1839. In kl. 8vo. 88 Bl. f :-25.
Deze omwerking van het voortreffelijke werk van poppe, voor schoolgebruik geschikt, en ingerigt tot een leesboek voor de hoogste klasse der lagere scholen, waarvan wij het eerste Stukje aankondigen, dat nog door twee staat gevolgd te worden, voldoet geheel aan de behoefte, die omtrent een zoodanig beknopt leesboek bij het lager onderwijs nog bestond. Het bevat, als eerste Afdeeling ter inleiding: het ontstaan van den veld-, bosch-, tuin- en bergbouw; de noodzakelijkste uitvindingen van den onbeschaafden tijd, en den overgang tot volmaakter inrigtingen. De tweede Afdeeling, handelende over de uitvindingen in de technische kunsten tot op de jongste tijden, behandelt, in drie Hoofdstukken, 1o de spijzen en dranken der menschen; 2o de vermeerdering der smakelijkheid bij vele spijzen, en het voortbrengen eener aangename prikkeling op de organen van den smaak en den reuk; 3o het gereedschap om te koken, alsmede eet- en drinkgereedschap en dergelijke. Alle deze onderwerpen zijn op eene beknopte, doch onderhoudende wijze beschreven, die vele wetenswaardige bijzonderheden doet kennen; zoodat wij dit schoolleesboek gerustelijk tot algemeen gebruik durven aanbevelen. Doch wij hadden liever gezien, dat de drie Stukjes in eens, in wat grooter formaat en op wat beter papier, waren uitgekomen. Het ware dan een boekdeeltje geworden, dat gevoegelijker in handen der meestgevorderde leerlingen konde gegeven worden, en ook beter geschikt zoude zijn voor het groote publiek, dat hier nog vele aan hetzelve onbekende daadzaken zal vinden.