De Sluikhandelaar, een Verhaal naar het Hoogduitsch van Robert Heller. Te Groningen, bij J.H. Bolt. 1839. In gr. 8vo. 374 bl. f 3-30.
Onder de menigvuldige voortbrengselen van vreemden bodem, die, in onze taal overgebragt, moeten dienen om den leeslust van een groot gedeelte van ons publiek te bevredigen, verdient deze Roman eene aanbevelende aankondiging, dewijl de schildering van den toestand en het karakter der hier voorkomende personen zoodanig is, dat zij eene voor de zeden gunstige strekking heeft. In steinbauer ziet men, dat vroegere losbandigheid nog langen tijd daarna bittere en wrange vruchten kan voortbrengen. Mancini is een afschrikkend voorbeeld van verharding in de boosheid; terwijl het terugvinden van de verlorene magdalena, door hare edele ouders, herinnert aan de zorg der goede Voorzienigheid, om, boven alle verwachting, rampen en verliezen te herstellen en te vergoeden. De lezing van het verhaal zal den lezer ook een aangenaam onderhoud verschaffen. Dat men het bekende sprookje van de padde, die duizenden van jaren in eenen steen zonder eenig voedsel zou geleefd hebben, en nog levende door steenhouwers er uit zou genomen zijn, hier terugvindt, en dat het ontstaan van dit dier aan de vroegste voortbrengingskracht der aarde wordt toegeschreven, kan ons niet verwonderen, bij de bekende ingenomenheid