zichzelven doorsteekt. Deze uitkomst is door den Heer sifflé, op het voetspoor van zijnen voorganger, in het laatste bedrijf het gelukkigst behandeld. Ook ettelijke andere tooneelen zijn over het geheel wèl gelukt; b.v. het 6de van het 1ste bedrijf, de zamenspraak, waarin antigone aan hare zuster ismene haar voornemen, om den lijkpligt aan haren broeder te bewijzen, te kennen geest, en de daarop in het 7de volgende bede van ismene aan de Goden voor hare zuster. Zoo is de voorspraak van hemon voor antigone bij zijnen vader, in het 7de tooneel van het 3de bedrijf, over het geheel zeer wel en krachtig volgehonden. - Het spijt ons er te moeten bijvoegen, dat verscheidene andere tooneelen ons stijf, en somtijds ook te gerekt voorkomen, zoo als b.v. de zamenspraak van hemon en antigone in het 1ste tooneel van het 2de bedrijf, dat bijna geheel van des Heeren sifflé's vinding is; of die van creon en hemon in het 5de en 7de, die beide met andere woorden hetzelfde zeggen; ja zelfs konden het 4de, 5de, 6de en 7de gemakkelijk ineengesmolten worden, en lysippus, een nieuw, door sifflé verzierd persoon, kon, in plaats van een' soldaat der lijfwacht, de aanbrenger van het feit zijn. Zoo konden ook de redenen van lysippus en euphorbus (een' ander verdicht persoon) in de twee eerste tooneelen van het 4de bedrijf misschien gemist worden; en men zou althans, in deszelfs 4de tooneel; antigone en mnemon, een Lid van den Raad, in die ontzettende omstandigheid, toen zij haar lot wist, wat treffender willen hooren spreken. - De Reijen heeft de navolgende Dichter weggelaten, maar derzelver woorden, met weglating, bijvoeging en
verandering, niet ongepast in den mond van twee Raadsleden, mnemon en lysander, gelegd, van welke de eerste tot zachtheid en ter gunste van antigone, de laatste tot strengheid en ter harer veroordeeling overhelt. - Uit dit een en ander blijkt de boven opgemerkte moeijelijkheid, om de Treurfpelen der Ouden op ons Tooneel over te brengen; maar tevens, dat nogtans de poging van den verdienstelijken sifflé, om dit doel te bereiken, zoo al niet volkomen gelukt, echter geenszins van verdiensten ontbloot is.