Tooneelen uit het Oorlogsleven van 1813, 1814 en 1815. Volgens ware Gebeurtenissen. Uit het Hoogduitsch. II Deelen. Te Leeuwarden, bij J.W. Brouwer. 1839. In gr. 8vo. 547 Bl. f 5-75.
Men vindt in deze beide Deelen verschillende verhalen van zeer onderschelden aard. Uit het Voorberigt leeren wij, dat de Schrijver zich verbergt onder den aangenomen naam van freimund ohnesorgen, een zeer ongepaste naam voor iemand, die zooveel gruwelen beschrijft, als er gelezen worden in Moed en Vastberadenheid, het Kwartier in den Zaagmolen, de Fusillade, het Spook op de Voorposten. Bij de overige verhalen: het Duël zonder wederga, de Gevangenen, de Kozak, voegt die naam beter.
Hoogen lof kan Rec. aan deze bundels intusschen niet geven. Het romantische dat bij de ware gebeurtenissen gevoegd is, neemt den indruk weg, dien de ware gebeurtenis welligt zou gemaakt hebben, omdat het er meestal zoo wonderlijk is bijgevoegd, dat men de verdichting levendig gevoelt, en daardoor ook het misschien waar gebeurde als verdichting gaat beschouwen. In de verhalen, die op vrolijker toon gestemd zijn, mist men te dikwijls wezenlijke luim en geest. De Schrijver heeft dit gemis zoeken te vergoeden door eene zeer eentoonige, telkens terugkeerende, quasi-geestige schildering van eenen Engelschman, waarbij de spleen, plumpudding en biefsteak hunne sinds jaren afgezaagde rol weder moeten spelen, en waar de oude aardigheden tot vervelens toe weder worden opgedischt. Men leze het Duël zonder wederga en Moed en Vastberadenheid, waar daarin Engelschen voorkomen. Van niet veel beter allooi zijn de laffe woordspelingen in den Kozak. Nog verdient opgemerkt