Reis. Van alle die plaatsen, door welke men den Reiziger niet gevoegelijk zijnen weg kan doen nemen, moeten van zelve de berigten ontbreken. Het middel, om in dit gebrek te voorzien, is door den Schrijver niet gebezigd, namelijk den held des verhaals andere reizigers te doen ontmoeten en de berigten van dezen in het werk op te nemen; gelijk wij dit op eene smaakvolle en oordeelkundige wijze in het werk gesteld vonden in een Fransch werk van dezelfde strekking als het onderhavige: L'Ermite du Chimboraço etc. par c.h. de mirval. Paris 1837. Gedeeltelijk ook wordt dit gebrek veroorzaakt door de partijdige handelwijze van den Schrijver, die, niettegenstaande zijne weidsche optelling op den titel van zoo vele reisbeschrijvers, meestal bij voorkeur schijnt te putten uit Fransche reisbeschrijvingen, met blijkbare verwaarloozing van hetgeen door reizigers van anderen landaard in grooter overvloed en van meer gewigt tot bevordering der aardrijkskundige kennis geleverd is. Daarenboven hinderde ons eene zekere, wij zullen ze maar noemen Fransche ligtzinnigheid, die in het werk heerscht. Ten bewijze hiervan diene onder anderen de ontuchtige Negerdans bladz. 162, die, ofschoon dan ook al niet uitlokkend, echter vrij uitvoerig beschreven wordt, en de voorstelling van het Concubinaat als eene zeer verschoonbare betrekking. Onder de aardigheden, waarmede de Schrijver tracht zijne lezers te vermaken, behoort ook de beschrijving van een Nederlandsch schip, hetwelk onder de groote en fraaije en zindelijke Fransche en Engelsche schepen eene jammerlijke figuur maakt. Het is voorzien van een rond en zwaar achterschip, van lage en zwakke masten, de kajuit is slechts zes voet lang en vier breed. De dampkring, waarin de kaaslucht de overhand heeft, is daardoor insupportable. En met dit schip moet onze arme Franschman naar Rio Janeiro!
De naam van den Nederduitschen Vertaler, die in ons vaderland als Schrijver in het vak van opvoeding en onderwijs niet ongunstig bekend is, en ook de naam, op den titel aan het werk gegeven: geregelde verzameling van het wetenswaardigste, hetwelk de ontdekkingsreizen opleveren, geven van zelve aanleiding, om, bij het beoordeelen van dit werk, ook in aanmerking te nemen, of hetzelve eene nuttige lektuur oplevert voor de jeugd. Het reeds aangemerkte zal voldoende zijn, om onze lezers te doen gevoelen, hoe wij het werk ook uit dit oogpunt beschouwen. Daarenboven