Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1839

Tafereelen uit het boek Esther. Belangrijke bijdragen tot de oude Geschiedenis, voor den beschaafden stand, door J.P. Sprenger van Eyk, Predikant te Rotterdam. Te Rotterdam, bij Mensing en van Westreenen. 1838. In gr. 8vo. 128, XXVIII bl. f 1-50.

Door vroegeren arbeid, aan samuël en jona besteed, heeft zich de Eerw. sprenger van eyk

[p. 514]

als smaakvol beoefenaar der Bijbelsche geschiedenissen doen kennen. Het onderhavige werkje is daarvan een nieuw en aangenaam bewijs. Belangstelling in de geschiedenis zelve, opmerking, dat het goede, hetwelk daarover in onderscheidene schriften verspreid ligt, nog altijd plaats overliet voor eene opzettelijke pragmatische behandeling, en ‘dat zelfs bij ons beschaafd godsdienstig publiek de achting voor het Bijbelboek Esther op verre na zoo algemeen niet is, als men reden heeft te verlangen,’ - dit was het, wat den werkzamen Schrijver bewoog, om te beproeven, of hij eene gunstige verandering in de beoordeeling dezer geschiedenis zou kunnen helpen te weeg brengen.

Zoozeer wij dat doel prijzen, zoozeer vleijen wij ons, dat het grondig en met gekuischten smaak geschreven werkje door onze beschaafde godsdienstige landgenooten zal ontvangen worden met blijdschap en dankbaarheid voor de moeite, die zich de waardige Rotterdamsche Leeraar te hunnen behoeve gegeven heeft. De verdeeling in hoofdstukken geeft geschikte rustpunten voor den lezer; verscheidene aanteekeningen onder den tekst dienen tot opheldering van sommige bijzonderheden of eenige min duidelijke plaatsen in dit Bijbelboek^(*), en wat daartoe te uitgebreid was, wordt in Bijvoegsels en Nalezingen opgenomen, onder welke het betoog, dat ahasveros de xerxes der ongewijde geschiedenis is, door justi medegedeeld in eichhorn's Repertorium für Bibl. u. Morgenl. Literatur, en door den Eerw. van eyk zelven in de Fakkel tot eene zamenspraak omgewerkt, met regt de eerste plaats bekleedt.

(*) In de Aant. (71) had de Schrijver ook kunnen verwijzen naar Mark. VI:23.