zelve keeren zouden, nu de door hem geschilderde uitkomsten als te overdreven, te romantisch, zullen aanmerken, en dat daardoor voor sommigen hunner het goede doel zal verloren gaan, dat de Verhaler zich heeft voorgesteld.
Eene tweede algemeene aanmerking is, dat de Schrijver, die het toch in zijne keuze had, wien der door hem ingevoerde personen hij de zedelessen wilde doen uitdeelen, en de beslissende uitspraken, bij vriendschappelijke redetwisten, in den mond leggen, welligt de hem eigene bescheidenheid meer zou hebben doen uitkomen, wanneer hij daartoe een ander dan bijna altijd zichzelven had gekozen.
Wij zouden te breedvoerig worden, wilden wij al de bijzondere aanmerkingen nederschrijven, onder de aandachtige lezing dezer Verhalen gemaakt. Elk heeft zijne wijze van zien, en wij laten den Heere greb de zijne. Alleen hopen wij, om zijnentwille, dat hij niet al te zwart over de miskenning en vooroordeelen denkt, waaraan personen van smaak en verdienste onderworpen zijn. Wie zichzelven wrevelig uit den kring wil rukken, waartoe wij hier op Aarde bepaald zijn, zal zeker in dien kring weinig bijval vinden; maar wij gelooven, dat men, met de vereischte menschenkennis, door anderen bemind en geacht, en voor de Maatschappij nuttig zijn kan, al beoefent men, zonder daarom datgene te verwaarloozen, waartoe wij tot onderhoud van ons en de onzen verpligt zijn, eenig vak van wetenschap of kunst. De voorbeelden ontbreken niet.
Dit een en ander verhindert ons niet, de lezing dezer met smaak en onderhoudende levendigheid geschrevene Verhalen aan te prijzen, die allen het loffelijk doel tot bevordering van deugd en goede zeden, tot asmaning van schadelijke meeningen en gevaarlijke dwalingen, hebben. De Verhaler kome, zich gegronde aanmerkingen ten nutte makende, bij ons Publiek weder, en helpe, door goede oorspronkelijke, maar minder akelig afloopende Verhalen of andersoortige voortbrengselen, schadelijke vreemde lectuur verdringen! Hij blijve de vreugd zijner brave ouderen; toone voortdurend aan zijne tijdgenooten, dat men gevoel en smaak kan bezitten, zonder ligtzinnig te zijn; zij bevrijd voor de gevolgen van Vooroordeel en de smarten der Teleurstelling; en, wel verre van miskend te worden, ondervinde hij, dat men, ook onder ons, ware verdiensten weet op prijs te schatten en te vergelden!