| |
Het Christendom in de Zuidzee, of Reizen en Lotgevallen van den Zendeling J. Williams; met Aanteekeningen over de Natuurlijke Geschiedenis der Australische Eilanden, den Oorsprong, de Talen, Overleveringen en Zeden der Bewoners. Naar de achtste uitgave uit het Engelsch vertaald. Met Platen. Iste Deel. Te Gorinchem, bij H. Horneer. 1838. In gr. 8vo. XII en 321 bl. f 3-20.
Het eerste Deel van den titel dezes werks doet alreede zien, wat als het hoofddoel van hetzelve te beschouwen is; en ofschoon het aan zulke aanteekeningen niet ontbreekt, als in het tweede gedeelte vermeld staan, en de Schrijver ook in 't vervolg nog meer zoodanige belooft, (Voorr. bl. III en IV) zoo is het nogtans uit alles blijkbaar, en wordt het door hem erkend, dat het Zendelingswerk de hoofdzaak van zijn schrijven is. Hoe hij zich dit voorstelt, ziet men aldaar bl. IV en V: ‘Zelfs wanneer men dezelve (de Zendelingsondernemingen) uit het laagst mogelijke oogpunt beschouwt, als een werktuig namelijk voor de omverwerping van kinderachtige, vernederende en wreedaardige bijgeloovigheden, voor het verheffen van een groot gedeelte van ons geslacht op de schaal der wezens, en voor het invoeren onder hen van de wetten, de orde, de gebruiken, de kunsten en de genoegens van het beschaaf- | |
| |
de leven, - moet het nut derzelve erkend worden,’ enz.; en verwonderd vraagt men zichzelven: ‘Is dit het laagst mogelijke oogpunt’? Eer zou men nog zeggen: ‘Wanneer men ze beschouwt als een werktuig van koophandel en winzucht,’ waarvan men de Engelschen wel eens beschuldigt. En wat is dan nu, volgens williams, het hoogste oogpunt? ‘Hare hoofdbedoeling is, om van zeshonderd millioenen van Adams kinderen den vloek af te wenden, die op hen rust;’ (waar staat dit laatste geschreven?) ‘hen tot de waardigheid van verstandige schepselen en kinderen Gods te verheffen;’ (is dit zoo verre verwijderd van het boven genoemde verheffen van een groot gedeelte van ons geslacht op de schaal der wezens?) ‘hunne gedachten bezig te houden met de bespiegeling, en hunne harten te vervrolijken met het uitzigt der onsterfelijkheid.’ Ja voorzeker! dit behoort onmisbaar tot de bedoeling van het Zendelingswerk; doch daarmede is het van het vorige
niet afgezonderd, maar het moet eene opleiding tot eene Christelijke Godzaligheid zijn, die de beloften heeft, zoowel van het tegenwoordige, als van het toekomende leven.
De groep der Australische eilanden, waaromtrent dit eerste Deel berigten mededeelt, is die der Hervey-eilanden; terwijl het tweede, die omtrent de Samoa- of Navigateurs-eilanden schijnt te zullen bevatten. Omtrent de eerste, en bijzonder omtrent de vorming van zulke koraaleilanden, vindt men hier, in het tweede Hoofdstuk, eenige niet onbelangrijke berigten. In het overige des werks zijn dergelijke aanteekeningen, die de Natuurkunde of de Natuurlijke Historie betreffen, zeldzamer, en geven Ref. geen genoegzame stof, om er zich langer bij op te houden.
Voornamelijk wil dus Ref. nog een oogenblik stilstaan bij de hier geleverde resultaten van het Zendelingswerk; en dan vindt hij aan de eene zijde reden, om zich te verblijden over den, ook hieruit blijkbaar wordenden, weldadigen invloed van het Christendom op zedelijkheid
| |
| |
en geluk, waarvan onder anderen de geschiedenis der bekeering tot het Christendom van den Koning van Aitiu in het 6de Hoofdstuk, en de uittreksels uit aanspraken van inlandsche Christenleeraars, bl. 253 env. (derzelver getrouwe mededeeling vooronderstellende) ten bewijze kunnen strekken. Zoo vond hij ook veel goeds in het door de Zendelingen ingevoerde burgerlijk Wetboek op Rarotonga, bl. 142 enz. Maar aan de andere zijde, wanneer Ref., als vriend van eene redelijke Godsdienst, en dus vooral van redelijk Christendom, dit werk in het licht zijns tijds beschouwt, dan moet hij zich bedroeven over de gebrekkige en ellendig bekrompene wijze, waarop het Evangelie door de Zendelingen wordt medegedeeld. Men vergunne hem eenige staaltjes daarvan, zoo als hij ze onder het lezen aanteekende, bij te brengen! Bl. 75 laten inlandsche door de Zendelingen gevormde Leeraars op het onderwijs omtrent het bestaan van God terstond volgen een gesprek over Engelen en Duivelen: de zaak zelve eens daarlatende, moet men toch vragen: Is het verstandig, reeds in het begin van het onderwijs over dit onderwerp te spreken, en dit voor zulke menschen? Uit bl. 81 en andere plaatsen blijkt, dat deze Zendelingen het Opperwezen den volke voorstellen onder den Israëlitischen naam van jehova, bl. 209 ook onder dien van den God Jacobs; waartoe dit? waarom niet liever onder den Christelijken naam van hemelschen Vader? - Bl. 107 komt het verhaal voor van eene op zee zwalkende boot, welker inlandsche Christen-manschap het uiterste gebrek lijdt, en nogtans zwarigheid maakt, om visch te vangen, omdat - het Zondag was. Welk een angstig naauwgezet Joodsch Christendom! Judas maccabeus was reeds verlichter en wijzer, dan deze Engelsche Christen-Zendelingen. Williams, dit zij te zijner eere gezegd, keurt het ook wel af, maar men
ziet er toch uit, wat die Zendingshelden dikwijls leeren. Bl. 140 wordt gesproken over eenen Zendeling, die over de liefde van christus predikte, en wel in het eerste deel zijner rede over derzelver aard
| |
| |
en eigenschappen, en daartoe zijne hoorders op Eph. III wijst, als hierop toepasselijk, en zoo, in het 2de deel op Rom. VIII, als ziende op derzelver onveranderlijke natuur: wie dit een en ander in de aangehaalde plaatsen ongedwongen aanwijzen kan, erit mihi magnus Apollo. - Dat de Zendelingen zich der veelwijverij niet gunstig betoonen, is allezins pligt- en doelmatig; maar zou het wel goed te keuren en niet veel te streng zijn, Christen gewordene Heidenen tot echtscheiding en wegzending van wettige vrouwen en kinderen te noodzaken, gelijk daarvan bl. 151 env. een voorbeeld voorkomt? - In het tiende Hoofdstuk vinden wij des Schrijvers echtgenoote ziek geworden, en nu meent zij, dat dit eene Goddelijke bezoeking is, omdat zij hem van eene reis naar de Navigateurs-eilanden had willen afhouden: welk eene bekrompene denkwijze! maar wat doen ook vrouwen en kinderen mede op zulke togten? - Bl. 190 wordt verhaald, dat een door de Zendelingen gevormd Leeraar, op Rarotonga gekomen, terstond begonnen was met den inwoners het verbranden van hunne afgoden aan te raden: uit eene noot echter, bl. 205, zou men zeggen, dat williams dergelijke maatregelen afkeurt, en inderdaad, hoe onverstandig, met zulk eenen geweldigen raad te beginnen, die de menschen, welke aan hetgene, dat zij, hoe ongerijmd dan ook, voor het heiligste houden, gehecht zijn, noodzakelijk verbitteren moet! Waarlijk, zulke beeldstormers waren de Apostelen van jezus niet! - Ref. maakte straks melding van de loffelijke zijde der aanspraken van inlandsche Christenleeraars; maar zij hebben ook zeer hare berispelijke zijde, en leveren menige proeve van de zonderlinge denkwijze, hun ingeboezemd. B.v. bl. 254 worden ‘duizendpooten en hagedissen, spinnen en ratten, vuig en verachtelijk gedierte’ genoemd, die men, nu ‘de kandelaar, het woord Gods, aangebragt
is,’ als ‘afzigtige voorwerpen met huivering en walging beschouwt.’ Zoo dacht paulus niet, toen hij schreef: ‘Alle schepsel Gods is goed, en geen ding is verwer- | |
| |
pelijk.’ - Bl. 256 vindt men eene proeve, dat men zich op Tahiti even tritheïstisch over den eenigen waarachtigen God weet uit te drukken, als in sommige symbolische schriften van vroeger eeuwen; en bl. 263, 4, dat die arme inboorlingen ook al onderwijs krijgen in de typologie, gelijk bl. 296 met veel lof vermeld wordt een voor hen opgestelde ‘breedvoerige en leerrijke Catechismus, welke een veelomvattend stelsel van Godgeleerdheid in schoone en treffende taal bevatte’!! - Bl. 266 wordt verhaald van de vrouw eens Opperhoofds, welke reeds lang verlangd had Christen te worden, N.B. om zoo mooi gekleed te gaan als de Christenvrouwen, terwijl zij ‘in Satans gewaad’ gekleed was. Fraaije voorstelling dus, haar door de Zendelingen bijgebragt! - Ref. zou nog meer staaltjes van dezen aard kunnen bijbrengen; maar het aangevoerde moge genoeg zijn, om de verslagen van het, in zijnen aard en bedoeling prijselijk, maar niet overal even gelukkig uitgevoerd Zendelingswerk, met oordeel des onderscheids te doen lezen, uit de dwaasheid van anderen wijsheid te leeren, en deze voor de groote en goede zaak des Goddelijken Christendoms met waarheid en liefde te doen aanwenden! |
|