Gesprekken der Dooden. Te Groningen, bij W. van Boekeren. 1839. In gr. 12mo. 91 bl. f :-90.
Als Schrijver van dit kleine, maar geestige boekje heeft zich in den Letterbode bekend gemaakt de Hoogleeraar p. van limburg brouwer. Trouwens, wie den gryllus van denzelfden Schrijver kent en deze Gesprekken opmerkzaam leest, zou gemakkelijk tot de gissing komen, dat beide uit ééne pen zijn gevloeid. Het is bekend, hoe lucianus dialogi mortuorum geschreven heeft, en in navolging van deze ontvangen wij hier drie Gesprekken, in de onderwereld gehouden, in geestigen, satirischen toon geschreven, en waardig, om naast die van den Griekschen Satyricus te worden geplaatst. Zij zijn van zeer verschillenden inhoud. In het eerste gesprek worden, in de zamenspraak tusschen orpheus, herman en eugène, de philosophische droomerijen der Duitsche geleerden over orpheus geestig en scherp ten toon gesteld. Het tweede is een vervolg op eene der Zamenspraken van lucianus, en de geletterde lezer zal wél doen, vooraf den Griek na te lezen, om regt smaak te vinden in Micyllus en zijn haan. Het derde levert, in het gesprek van Dr. matanasius met den dichter choerilus, eene geestige satire op de mania van vroegere en latere uitgevers van classische schrijvers, die eenen vrij nutteloozen arbeid besteden aan het maken van tallooze noten, en om woorden, letters en nietigheden de studie der zaken verwaarloozen; een gebrek, dat men den hooggeleerden Schrijver niet te last zal leggen, die in de degelijke vruchten zijner letteroefeningen toont, dat het hem om gewigtige zaken te doen is. De Heer brouwer geeft deze Gesprekken louter als spelingen; maar ook daarin