zoo veel mogelijk vermeden worden, en niet zonder eene daarbij gevoegde verklaring worden gebruikt.
Uit een levensberigt, dat in eenen eenigzins zwellenden stijl geschreven is, verneemt men, dat de Schrijver dezer Voorlezingen de zoon is van eenen man, die zich ook omtrent de Wijsbegeerte, volgens de methode van kant, verdienstelijk gemaakt heeft. Hij zelf was tevens ook een leerling van den beroemden fries, die in zijne Neue Kritik der Vernunft de leemten en onvolkomenheden van de leer van kant heeft trachten aan te vullen en te verbeteren, en die in onophoudelijken strijd was tegen de absolute stelsels der nieuwere Duitsche Wijsbegeerte. Hieruit is ook de partijdigheid van schmid tegen de gevoelens van fichte, schelling en hegel te verklaren, die, daar zij dikwijls met eene onregtmatige hardheid over hunnen gemeenschappelijken meester oordeelden, terwijl hunne stelsels uit zijne leer voortgesproten zijn, ook, op hunne beurt, door de gewijzigde volgelingen van kant, eenzijdig en niet altijd grondig en onpartijdig beoordeeld zijn.
Niettegenstaande onze aanmerkingen, wenschen wij deze Voorlezingen in handen van allen, die in de Wijsbegeerte als wetenschap belang stellen, voornamelijk in die van jonge lieden, die zich aan het akademisch onderwijs toewijden, om eerlang in de aangelegenste betrekkingen der maatschappij op te treden; ten einde hun te doen zien, dat hunne studie, wil zij iets meer dan eene bekrompene broodstudie zijn, op eenen wijsgeerigen grond moet rusten, daar het alleen de Wijsbegeerte is, die den aard en de strekking van iedere wetenschap en betrekking moet aanwijzen; terwijl zij anders niet dan op eene onvruchtbare veelweterij, empirische practijk, en onverdraagzame aankleving van eene, zonder grondig onderzoek, aangenomene leer, uitloopen.
Wij doen voor het overige hulde aan de moeite, die de Hoogleeraar de greuve aan deze Voorlezingen besteed heeft, en verlangen spoedig de overige, met gelijke zorg door hem bewerkt, in het licht te zien ver-