tweede van C.J.W. in het tweede Stukje, konden gerust wegblijven, daar het Loflied, bl. 158, ondanks den naam van matthison, niets om 't lijf heeft; zijne eerste daarentegen, het Akkerlied, is zeer fraai. Indien de deelneming ruim genoeg is, om de kosten goed te maken, zonder vermindering van gehalte of vermeerdering van prijs, (een schandelijk middel, daar men liever iets meer opoffert, dan een niet compleet werk bezit) zal de jeugd van den beschaafden stand een aangenaam Tijdschrift bezitten in dit Museum, dat de vermelding der goedkeuring en begunstiging onzer waardige Kroonprinses op den titel draagt.
No. 2 kondigen wij met genoegen aan, omdat de Heer van der vijver zich daarin heeft vrij gehouden van de hem anders eigene wijdloopigheid. Het eerste verhaal is in gevoelens en uitdrukkingen hier en daar een weinig overdreven. Het boeksken is een leerzaam vermaak.
No. 3. De uitmuntende Parables de l'Evangile, expliquées et mises à la portée des petits enfans par une mère, par Mad. de savignac, verdienden eene Nederduitsche overzetting. De Eerw. wassenbergh heeft die taak loffelijk verrigt. Tweederlei uitgave ziet van dit werkje het licht, de eene op gemeen papier tot schoolgebruik, tot den boven opgegeven prijs, de andere op velin-papier, met eene andere letter en steendrukplaatjes (die echter verreweg het minste van het geheel zijn). De laatste is tot schoolprijsjes allezins geschikt en kost 90 c.
No. 4 is voor de Fransch leerende jeugd een zeer geschikt verzenboekje, waarin Godsdienst en zedelijkheid overal worden ingeprent. Het woord grande op den titel hadde kunnen wegblijven, of de imitation is zoo librement gedaan, dat het oorspronkelijke nagenoeg onkenbaar is geworden. Doch dit doet er op zichzelf niet toe.
No. 5, eindelijk, is een nuttig en aangenaam boekje. Hoe kon het van zulke bekende Kinderschrijvers ook anders? De figures zijn inderdaad vrij jolies; hetwelk wij vermelden, om de steendrukkerij van koole en roest, de eenige, zoo wij meenen, in Zeeland, met reeds verdienden lof aan te moedigen.
Meer kunnen wij, bij den overvloed van boeken voor groote menschen, (gelijk de jeugd zegt) van deze kinderboekjes niet zeggen.