Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1839
(1839)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijNaschrift op het werkje, over de overeenkomst en het verschil tusschen de Jicht en de Scrophulosis. vooral met betrekking tot de Longtering; door A.A. Sebastian, Hoogleeraar te Groningen. Te Groningen, bij M. Smit. 1838. In gr. 8vo. 96 Bl. f 1:40.De Verhandeling of zoogenoemde Voorlezing van den Heer sebastian, boven reeds breedvoeriger vermeld, ontving nagenoeg overal, in ons Vaderland, een gunstig onthaal, hetwelk zij om den belangrijken inhoud ook overwaardig was. De beoordeelingen, voor zoo verre die ons bekend zijn geworden, waren doorgaande gunstigGa naar voetnoot(*). Een onzer geneeskundige Tijdschriften kondigde haar zelfs met grooten lof aan, blijkens het onderstaande: ‘Het in dit boekje behandelde onder- | |
[pagina 375]
| |
werp, waartoe ook het Practisch Tijdschrift voor de Geneeskunde, zoowel door oorspronkelijke als door overgenomene opstellen, van tijd tot tijd bijdragen geleverd heeft, is uiterst gewigtig, en deszelfs bearbeiding belooft meer nut voor de behandeling der longtering, dan de aanbevelingen van alle empirische middelen zamengenomen tegen die ziekte verschaft hebben. Men late zich door de woorden: eene Voorlezing; die op den titel van het werkje voorkomen, niet verleiden tot de meening, dat het, gelijk zoo menige Voorlezing, oppervlakkig wezen zoude. Het is niets minder, dan dit; maar het heeft ook niet veel meer gelijkenis naar eene Voorlezing, dan dat men op de eerste bladzijde de aanspraak leest: Zeer geëerde Hoorders!’Ga naar voetnoot(*) In een der binnenlandsche Tijdschriften werd echter, bij het overwigt van gunstige beoordeelingen, eene min gunstige gelezen.Ga naar voetnoot(†) De Schrijver werd door dezen beoordeelaar nog al scherp over enkele punten doorgehaald. De Heer sebastian, bij zoo vele blijken van verdiende goedkeuring mogelijk te gevoeliger geworden voor eene enkele berisping, heeft gemeend haar niet onbeantwoord te moeten laten; en zoo is het Naschrift ter perse gekomen. De Schrijver der vermelde beoordeeling in den Recensent, thans door sebastian, op zijne beurt, niet zeer malsch behandeld, heeft goedgedacht, zich tegen een en ander ontvangen verwijt te moeten verdedigen, en andermaal eene zeer uitvoerige beoordeeling van werk en Naschrift, en wederlegging, der tegen hem gerigte beschuldigingen, in den Recensent geplaatst.Ga naar voetnoot(§) Dat de Schrijver der beoordeeling meer geletterd schijnt, dan de Heer sebastian dacht en hem voorstelde, blijkt uit de beoordeeling zelve; het is echter gemakke- | |
[pagina 376]
| |
lijker, eene uitgebreide letterkundige kennis ten toon te spreiden, dan een oorspronkelijk denkbeeld te opperen en van hetzelve een doelmatig, toepasselijk gebruik te maken. Elk echter hetgeen hem toekomt! Zich in den strijd tusschen twee partijen te mengen, al werden zij ook niet handdadig, is altijd bedenkelijk en zelden raadzaam. Rec. treedt dus in geene verdere beoordecling, en bepaalt zich slechts bij deze aankondiging. Hij meent echter voor zichzelven er dit nog bij te mogen voegen, dat bij den wezenlijken eerbied, welken hij, op voortgezette eigene ondervinding, voor de ervaring aan het ziekbed koestert, hij op niet minder hoogen prijs stelt het licht, hetwelk alleen de ziektekundige ontleedkunde kan aanbrengen. Die van deze de noodige partij wil trekken, moet niet onervaren in de ontleedkunde en geen vreemdeling in de natuurkunde wezen. Een gepast, doelmatig gebruik van deze verschillende takken der wetenschap helpt den waren Arts voor het ziekbed vormen; buiten deze loopt men groot gevaar, met den tijd een routinier te worden, die dan, ongelukkigerwijze, hoe voorspoediger hij slaagt, met des te meer minachting op de wetenschap nederziet. |
|