Nederlandsche Volksverhalen en Romancen, door C.H. Clemens. Iste Aflevering. Te Nijmegen, bij D.J. Haspels. 1838. In gr. 8vo. 56 Bl. f :-80.
Toen Rec. een vroeger stuk van den Heer clemens beoordeelde in dit Tijdschrift, gaf hij hem welmeenend den raad, om niet te spoedig met de uitgave zijner verzen te zijn. Dit is, zoo het schijnt, een raad, die moeijelijk op te volgen is. Althans wat deze eerste Aflevering van Nederlandsche Volksverhalen bevat, zulks had vooraf een strenger toets en beoordeeling moeten ondergaan. Des Dichters doel is goed, en hij heeft door zijne ingevlochtene godsdienstige vermaningen nut zoeken te stichten. Maar meer wordt er vereischt, om een volksverhaal in poëzij te geven, en aan die vereischten is slecht voldaan. Wij willen niet ontkennen, dat hier en daar goede regels gevonden worden; het geheel is echter zeer gebrekkig, zoowel wat plan als uitvoering betreft. - Een lief plaatje versiert deze Aflevering.
Boekbes. No. VII, bl. 319, reg. 18, moeten de ‘eindigen achter te kort te doen.