Sijbrand Westbroek, of het hoekje van den haard van een' Hollander. Een Amerikaansche Roman, uit het Engelsch van J.K. Paulding. II Deelen. Te Arnhem, bij C.A. Thieme. 1838. In gr. 8vo. Te zamen 438 bl. f 4-:
Bij het belang, hetwelk de afstammelingen der wakkere Hollandsche of Nederlandsche kolonisten, die vóór twee eeuwen een gedeelte van Noord-Amerika bevolkten, nog bij voortduring blijven stellen in hunne afkomst, zoodat daar zelfs onze vaderlandsche taal en zeden nog niet verdrongen zijn, verdient een verhaal, hetwelk ten doel heeft, de zeden, gewoonten en levenswijze van deze Nederlandsche Amerikanen te schilderen, voorzeker de opmerkzaamheid van onze landgenooten. De tijd, waarin de geschiedenis, in dezen Roman verhaald, voorondersteld wordt voorgevallen te zijn, is, wel is waar, die, gedurende welke, lang vóór de vestiging van het Gemeenebest der Vereenigde Staten, Engeland in de Canadasche oorlogen te strijden had tegen de mededinging van Frankrijk. Maar het is bekend, dat nog tegenwoordig de oevers van den Hudson en de stad Albany vele kenmerkende blijken opleveren van den Nederlandschen oorsprong van derzelver bewoners, en dat dus hetgeen in dit verhaal geschilderd wordt in vele opzigten ook thans nog van toepassing is. Het karakter van den held des verhaals, die, van moederszijde van Hollandsche afkomst en door eene Hollandsche samilie opgevoed zijnde, bij het gemis van vele in gewone omstandigheden schitterende gaven, daarentegen in meer gewigtige omstandigheden een uitmuntend gezond verstand, bedaardheid en tegenwoordigheid van geest, gepaard met moed en standvastigheid, en vooral eene onwankelbare braafheid en getrouwheid, aan den dag legt, moet gewis bij de lezing belang inboezemen. Ook ontbreekt het in dit werk niet aan het eigenaardige der Amerikaansche Romans, zoo als schilderachtige beschrijvingen van plaatsen en natuurtooneelen, tasereelen en avonturen uit het leven der
wilden en woestijnbewoners. De Roman houdt de begeerte, om den asloop te leeren kennen, tot het einde toe op eene aangename wijze levendig. Daar wij bij dit alles kunnen voegen, dat paulding's zucht voor zedelijkheid den roem verdient, hem deswege door bevoegde beoordeelaars gege-