schoots durven toestemmen; en wij zouden welhaast een roman-recept van die soort kunnen schrijven, waarop de algemeene, meest gebruikte ingrediënten, als met eenige kleine veranderingen altijd bruikbaar, met het gewone recipe zouden kunnen aanbevolen worden; maar of er het probatum est naar alle waarheid zoude kunnen onderstaan, dit is eene andere vraag, waarop wij niet gaarne onbepaald ja zouden zeggen. - Doch Rec. zou wel bijna vergeten, dat hij over het bovenstaande boek, zoo hij der Redactie, die het hem ter beoordeeling opgedragen heeft, niet weigerachtig vallen wil, een woord behoort te zeggen: kortelijk dan het volgende!
De ongenoemde en aan Rec. onbekende Schrijver noemt dit zijn werk het eerste, dat, buiten eenige kleinere stukjes in het Alg. Letterl. Maandschrift, in die uitgebreidheid het licht ziet. Hij geeft er den onbepaalden titel aan van Episoden enz., waardoor men dus geen eenheid in het verhaal behoeft te verwachten, want Episoden zijn (zoo als men weet of kan weten) tusschengebeurtenissen in eene grootere historie, die met dezelve niet noodzakelijk zamenhangen; en wanneer men nu daaruit een geheel werk zamenstelt, dan kan het een bont en los zamenweefsel van allerlei worden. De Schrijver zelf schijnt dit dan ook gevoeld te hebben; want hij zegt, bl. 128: ‘Ons verhaal heeft, zonder dat wij het wilden,’ (?) ‘door de gedurige verandering van tooneel, en de menigte personen, die wij moesten’ (?) ‘opvoeren, wel wat van een vliegend drama gekregen, en veel van het belangrijke en (daarom ook) het boeijende verloren, dat een ervaren hand aan ons onderwerp had kunnen geven.’ En ofschoon Rec. nu het onverschillige: ‘Dan dit zij zoo!’ dat de Schrijver er op laat volgen, niet onbepaald veranderen wil in: ‘Ja, dit is zoo!’ wenscht hij nogtans, dat het noch bij dezen noch bij andere Schrijvers navolging vinden zal, opdat wij niet ten laatste overladen worden met allerlei vliegende drama's, die den lezer op eene hoogte willen voeren, waarheen hij dezelve niet volgen kan, of waaruit hij in den afgrond van wansmaak en wanzedelijkheid nederstort. - Er is intusschen in het voorhanden zijnde verhaal toch eene zekere gebeurtenis, die eindelijk wel het meest uitkomt; en dit is de overwinning der partij van Graaf willem, broeder des overleden' Graafs dirk VII, op die van de Gravin ada, eenige wettige afstammeling des laatstgenoemden. Of de Schrijver gelijk hebbe, met de