derwerp welkom. Hoe meer in schriften en tegenschriften, die blijken dragen van theoretische en practische kennis, het vóór en tegen van alles wordt getoetst, hoe meer hoop er ontstaat, dat tot slotsom van al die discussiën zich eindelijk onder Handelaren en Staathuishoudkundigen een welgegrond heerschend gevoelen zal vestigen, hetwelk als eene beslissing der twistvraag door deskundigen zal mogen worden aangemerkt. Zoo is er sedert meer dan tweehonderd jaren, doch vooral in de jongstverloopene tijden, door een aantal mannen van kunde en ervaring, veel, en in verschillenden zin, geschreven en geredetwist over Handelvrijheid en Verbodstelsel. Eindelijk heeft de meening gezegevierd, die de vrijheid des Handels begunstigde. Eveneens kunnen de denkbeelden over het beste Bankwezen worden gewisseld, en ééns zal ook op dat punt het eene of andere gevoelen, ten gevolge van herhaald en rijp onderzoek, moeten zegepralen.
De Schrijver der tegenwoordige Proeve eener Geschiedenis van het Bankwezen in Nederland, gedurende den tijd der Republick, was, volgens bl. IX der Voorrede, in bijzondere gelegenheid, om zich inlichtingen nopens het ter behandeling gekozen onderwerp te verschaffen, en zijne persoonlijke betrekkingen gaven hem gereedelijk aanleiding, om juist aan dat onderwerp zijne krachten te beproeven. Nu laat het zich wel denken, dat en het wetenschappelijk onderwijs in de School, waar hij gevormd werd, en de betrekkingen, waarin hij persoonlijk, ook door bloedverwantschap, geplaatst is, invloed hebben uitgeoefend op zijne wijze van zien: daarom zal dan ook, zoo dit verschijnen mogt, even zoo wel een uitvoerig en goed bewerkt tegenschrift, als eenig soortgelijk werk ter handhaving van de door den Schrijver aangeprezene beginselen, met belangstelling worden ontvangen. Maar geene in haast opgestelde vlugschriften, geene weinige bladzijden in de rubriek der boekbeoordeeling bij deze en gene tijdschriften, of in het Mengelwerk van eenig nieuwspapier, zijn tot de toetsing van