Geschiedkundige Beschouwing van het geloof aan een leven na dit leven. Eene Voorlezing van R. Damsté, Predikant bij de Hervormden te Nuis en Niebert. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1837. In gr. 8vo. 54 Bl. f :-50.
Eene bijzondere, voor den lezer moeijelijk te gissen aanleiding heeft den Eerw. damsté gedrongen, om deze Voorlezing in het licht te zenden, en wel letterlijk, gelijk zij te Groningen en Leeuwarden in de Departementsvergaderingen van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen is uitgesproken. Hoe het hiermede zij, het stukje strekt den opsteller niet tot oneer. Na eenige algemeene aanmerkingen over den aard en den oorsprong van het geloof aan een leven na dit leven, geeft hij dat geloof te beschouwen, gelijk wij het bij de Heidensche volken aantreffen, waarbij hij noch aardrijks- noch tijdrekenkundige orde volgt, maar van de ruwere tot de meer beschaafde begrippen opklimt en met Grieken en Romeinen besluit. Het is, en kon slechts zijn, een vlugtig overzigt; anders had de aanwijzing, hoe het eene denkbeeld, in overgang bij volk op volk het andere voortbrengende, zich naar volksaard en volksbegrippen wijzigde, ligt eenige melding verdiend. Doch dan zou het eene pragmatische geschiedenis van het geloof in een toekomend leven geworden zijn, en dien ten gevolge denkelijk zoowel in inhoud, als zekerlijk in omvang, voor dat doel en dat publiek minder geschikt. Het laatste stuk vermeldt het bedoelde geloof, zoo als het bij Hebreërs en Christenen wordt gevonden. Van het laatste treedt de Schrijver hier natuurlijk in geene ontwikkeling, en waar wij omtrent het eerste in enkele