maal in die stad slechts kort, en zet de reis dadelijk voort naar Napels. Hier blijft hij eenige dagen, beschrijft de stad en hare omstreken, beklimt den Vesuvius, daalt neder in Herculanum en Pompeji, en reist vervolgens naar Rome terug. Ook van hetgeen des Schrijvers aandacht te Rome treft, alwaar hij nu eenigen tijd vertoeft, wordt hier een overzigt gegeven. Vooral zijn het de beoefenaars der beeldende kunsten en hunne gewrochten, aan welke Dr. menzel zijne hulde bewijst. Hij deelt vervolgens berigten mede over de omstreken van Rome, over de zich in die stad ophoudende vreemdelingen, beschrijft de viering van het Paaschfeest te Rome, reist van hier af naar Florence, en keert over Bologna, Ferrara en Padua, door Tyrol, naar zijn vaderland terug. Daar geheel deze Reis, en het bezoeken van zoo vele beroemde en merkwaardige plaatsen, kunststukken, overblijfselen der oudheid en natuurtooneelen, voorgevallen is binnen den tijd van drie maanden, spreekt het van zelf, dat onze Schrijver over de door hem bezochte plaatsen en beschouwde zaken, die zoo dikwijls beschreven zijn, niet veel nieuws bij eigene bevinding kan vermelden, en
dat zijne welligt korte aanteekeningen, of bloote herinneringen, aangevuld zijn, ter vervaardiging van deze reisbeschrijving, uit den verbazend grooten voorraad van berigten over Italië, om aan dezelve eene voegzame uitgebreidheid te geven. Dat toch de Reiziger al het door hem verhaalde en beschrevene op de plaatsen zelve in die korte oogenblikken heeft kunnen in oogenschouw nemen en beoordeelen, verdient even zoo veel geloof, als dat de Profeet mahomed tot wij weten niet den hoeveelsten Hemel werd opgevoerd, aldaar eenige duizende openbaringen ontving, en in zijne slaapkamer terugkeerde, alles binnen zoo korten tijd, dat zijn bed nog niet koud was geworden, en dat zelfs de waterkruik, die hij bij zijn vertrek omvergestooten had, nog niet ledig geloopen was. - De Hoogduitsche tekst van het oorspronkelijke is over het geheel goed vertaald. Met het Italiaansch schijnt de Vertaler minder bekend. Vooral hinderden ons de feilen in het aangehaalde in die taal, o.a. herhaalde malen in den dikwijls voorkomenden regel:
Italia, Italia, o tu cui fece la sorte
Dono infelice di bellezza,
seo voor fece, en later ergens de ti voor di te. Meenen wij,