Modellen voor het topographisch teekenen, zamengesteld door J.H. Jappé, Ing. Ver. Te Groningen, bij J. Oomkens. 1838. In kl. 8vo. f 3-:
De Heer jappé verdient allen lof voor het zamenstellen en uitgeven van een werkje, waaraan tot heden gebrek was. Blijkens de Voorrede, gevoelt hij zelf de onvolledigheid van zijnen arbeid; maar deze proeve staaft genoegzaam zijne wezenlijke verdiensten in dit vak.
Op de uitvoering zoude hier en daar nog al wat aan te merken zijn: de Lithographie van den Heer oomkens kan, naar dit voortbrengsel te oordeelen, nog niet met andere dergelijke Etablissementen, ook in ons Vaderland, wedijveren. Zoo wenschten wij b.v., onder meer anderen, eene betere uitvoering der plaat No. 11, Tuinen. Hier is het doel van den teekenaar geheel gemist: de onderscheidene plantsoenen zijn niet te kennen, en er is geen licht en bruin in eenige der partijen. De platen No. 27 en 30, Bergen en Rotsen, zagen wij gaarne uitvoeriger behandeld en met meer voorbeelden versierd. De lichtzijde van No. 27 heeft nagenoeg dezelsde kracht als de schaduwpartij: dit behoorde zoo niet. De letters bladz. 38 en 39 leveren geene verscheidenheid genoeg op, en kunnen bezwaarlijk tot voorbeelden voor mingeoefenden dienen: de vorm is niet bevallig, en hier en daar zijn ze zeer onregelmatig.
Wij wenschen, dat ook anderen het door den Heer jappé aangewezen pad mogen inslaan, en hij zelf zich de moeite geven, deze eerste proeve door meerdere en vollediger Stukjes te doen volgen, waartoe hij door deze uitgave bewijst de noodige kunde en ervaring te bezitten, welke men dan ook van den verdienstelijken vervaardiger der Kaart van de Provincie Groningen verwachten kon.