Dagboek eener Reis naar Rusland, met Z.M. Oorlogsbrik de Panther, door den Kapitein-Luitenant ter Zee A.C. Edeling, in 1835. Te Doesborgh, bij Kets en Lambrechts. 1838. In gr. 8vo. 73 Bl. f 1-20.
Vele bijzondere en te voren onbekende zaken zal men wel uit dit boeksken niet vernemen: immers het meeste algemeen wetenswaardige, dat er in voorkomt, is ook van elders bekend. Doch des Schrijvers oogmerk was, volgens de Voorrede, geenszins, iets nieuws over Petersburg mede te deelen; maar alleen, een getrouw verhaal te geven van hetgeen hij zelf zag en ondervond. Dit doet hij in een' goeden en beschaafden stijl, zoodat het werkje zich met genoegen laat lezen. Een steendrukplaatje, voorstellende den vuurtoren van Odensholm in de Finsche golf, versiert het weluitgevoerd geheel. Het strekt den Schrijver tot eer, dat hij, bl. 71, aan zijne, hem en anderen zoo gul onthaald hebbende gastvrienden, de familie van aller, te Elseneur, den vereischten dank betuigt, en hen verdedigt tegen de blaam, die de Opsteller van het Reisje met Z.M. schip de Zeeuw, door dat hij, uit gebrek aan taalkennis, te weinig met hen in gesprek had kunnen komen, op hen geworpen had, even alsof hij, over hunne stugheid als anderzins, regt had zich te beklagen. Wij vragen hem met den Heer edeling: hoe kan men een juist oordeel vellen over iemand, met wien men niet kan spreken? Gelukkig, dat dit later berigt achtenswaardige lieden herstelt in dat gunstig oordeel onzes volks, waarop zij zoo veel aanspraak hebben.