| |
Verhalen.
De volgende bundels Verhalen, alle, één uitgezonderd, uit het Hoogduitsch overgezet, behooren tot de klasse der vertaalde Romans, waarom wij ze ditmaal op dezelfde wijze, als wij gene meermalen deden, aankondigen zullen.
Spindler, die zich door zijne vroegere, meer uitvoerige Romans, b.v. den Jezuit en Jood, eene welverdiende plaats onder de eerste beoefenaars dezer soort van letterkunde heeft verworven, - spindler schijnt in kortere vertellingen, of zoogenoemde novellen, naar evenredigheid niet te slagen. Wij ten minste hebben er naauwelijks ooit eene van hem gelezen, die ons regt goed beviel. Van het drietal, vereenigd in
| |
De Pest te Marseille en andere Verhalen. Naar het Hoogduitsch van C. Spindler. Te Haarlem, bij de Erven F. Bohn. 1837. In gr. 8vo. 248 Bl. f 2-50.
is het eerste, op den titel genoemd, als men er de inderdaad zeer schoone beschrijving van de pest zelve aftrekt, wel niet veel bijzonders, maar toch nog een meesterstuk bij de onverwachte Redding, hetwelk een zeer onbeduidend verhaaltje is. Beter beviel ons de Korsikaansche Bloedwraak. Hierin zijn eenige plaatsen, die ons bijna zouden terugbrengen van den twijsel, of niet veel van dit kleingoed op spindler's naam wordt uitgegeven, wat het werk is van aankomende Schrijvers, aan hetwelk de beroemde man misschien eenigzins de beschavende hand legde; iets, dat bij schilders meer gebeurt. Rec. althans betwijfelt, of het nietsbeteekenende boeksken:
| |
| |
| |
Het Testament van den Woekeraar. Een Romantisch Verhaal, door C. Spindler. Te Amsterdam, bij J.C. van Kesteren. In gr. 8vo. 280 Bl. f 2-75.
wel den man tot Schrijver kunne hebben, wiens naam het voert. Het Testament mag nog redelijk heeten. Maar men bemerkte eerst na het graveren van den titel, dat dit alleen geen boek van genoegzame uitgebreidheid leverde. Zoo vertaalt en drukt men er maar op toe! Er moest dus iets bij. En nu viel de ongelukkige keus op de Abt en de Leenmannen, een ellendig maakwerk. Waarlijk, als spindler zulke nietswaardige prullen schrijven durft, denkt hij vast aan het spreekwoord: die den naam heeft van vroeg opstaan, enz.
Drie Verhalen bevat
| |
Stillevens; Verhalen van L. Rellstab. Ilde Deel. Te Groningen, bij W. van Boekeren. 1838. In gr. 8vo. 285 Bl. f 2-50.
Men kent den uiterst onderhoudenden verhaaltrant van rellstab. Van dit drietal is ons het eerste te onwaarschijnlijk en gekunsteld; het derde, door aanwending van het wonderbare, zonder oplossing, gelijkt te veel naar een sprookje van Moeder de Gans. Het tweede is een lief verhaal. ‘Het was heden nieuwe maan, en blinkend steeg het dunne halfrond (blijkbaar kwartiermaan) juist achter de bergen omhoog,’ bladz. 77. Hoe dit te rijmen zij, weten wij niet.
| |
Hartstogten. Familietafereelen. Naar het Hoogduitsch. Te Deventer, bij J. de Lange. 1838. In gr. 8vo. 304 Bl. f 2-80.
Schoon het eerste Verhaal wat gerekt zij, het tweede de nieuwheid der vinding misse, en het derde van romantische overdrijving niet kunne vrijgesproken worden, mogen wij alle, ten gevalle der goede strekking, aanprijzen.
Met geringe uitzondering, zijn de aangekondigde verhalen alle uit het gebied der verdichting. Geschiedkundig zijn:
| |
Trekken uit het Leven van doorluchtige Vrouwen. Vrij naar het Hoogduitsch. Te 's Gravenhage, bij A. Kloots. In gr. 8vo. 1838. 237 Bl. f 2-40.
| |
| |
bevattende: anna musen, een Verhaal uit den tijd van peter den Grooten; constantia de cezelli, eene Geschiedenis uit den tijd der Ligue; wisigarda, Koningin van Austrasië; Donna ulrika, Koningin van Spanje. De Schrijver of Schrijvers zijn ons onbekend; maar wij kunnen onzen Lezeressen het bundeltje met volle ruimte aanbevelen.
Alle de bovenstaande boeken zijn in groot octavo, uitgedost met titels en vignetten, No. 1 en 2 in gravure, de overige in steendruk. Het een en ander maakt uit den aard der zaak de boeken veel duurder. De klagt over de kostbaarheid van Hollandsche boeken, met name van Romans, is dan ook even gegrond als algemeen. Wij willen niet zeggen, dat er juist zulke enorme winsten mede opgedaan worden; want hoe weinige worden er betrekkelijk verkocht! Ieder Leesgezelschap en elke Leesbibliotheek, vooral de eerste, kan toch niet alles inschikken, en hoe weinige bijzondere personen koopen dergelijke boeken! Eerder dan nog nemen zij Fransche Romans. En waarom dat? Niet enkel om de taal, gelijk de bevooroordeelde wel eens denkt. Neen, niet het minst om vorm en goedkoopheid. Waar men voor Hollandsche Romans guldens moet besteden, doet men bij de Fransche veel met halve francs, en heeft dan nog een geschikt boeksken, voor petite lecture, zoo als dan toch een Roman maar is, vrij wat gemakkelijker, dan de deftige grootoctaven. Zulk een werkje moet men bij zich kunnen steken op eene wandeling, of waar ook. Papier en letter kunnen dan toch goed zijn, en - het geheel valt vrij wat goedkooper uit. De boekverkooper frijlink nam vóór eenigen tijd de proef. Hij liet het steken; maar hij had ook den dubbelen misslag begaan van zijn formaat te groot te nemen, en door eenen algemeenen titel zijne onderneming, immers zijdelings, tot één werk te maken.
Wij zeggen hier dit een en ander, om aanleiding te hebben tot het uiten onzer onbepaalde goedkeuring over het uiterlijke van:
| |
Louise de Mont-Didier en Regina van Penmarck; twee Verhalen, opgedragen aan Neêrlands Vrouwen. Vrij uit het Fransch. Te Amsterdam, bij C. van Goor, Antz. 1838. In kl. 8vo. 222 Bl. f 1-80.
| |
| |
Rec. zou zich zeer bedriegen, indien men er voor zichzelven zijne rekening niet bij vond, en het publiek geen genoegen gaf met zulke uitvoering van Romans en Verhalen. De pers van elix en Comp. heeft eer van den keurigen druk; de Vertaler zij, in naam onzer vaderlandsche Jufferschap, gedankt voor de gelukkige keuze en smaakvolle overbrenging van twee zeer nuttige Verhalen; en de Uitgever stelle, bij herhaling, den prijs nog wat lager.
Wij laten volgen:
| |
Ferdinand en Marina, of de Verovering van Mexico; en de Vuurbaak. Een tweetal Romantische Verhalen van C. von Wachsman. Te Amsterdam, bij J.C. van Kesteren. 1838. In gr. 8vo. 234 Bl. f 2-40.
Het eerste Verhaal is het uitvoerigste. De titel is niet juist; marina is geene hoosdpersoon, en hare beeldtenis op den titel beveelt het boek minder aan, dan het verdient. Want de Vuurbaak is een zeer fraai Verhaal, hier en daar cooper niet onwaardig, waarin ons eeniglijk hinderde, dat zich de onderlinge betrekking der mannelijke hoofdpersonen wat al te spoedig raden laat. |
|