lende soorten zijn, zullen er ligt wel onder zijn, die hier voldoening vinden; maar zal toch deze omslagtige en niet zelden dorre manier van behandeling, en deze bonte zamenvoeging van velerlei, voor de zoodanigen over het algemeen wel de geschiktste zijn? Zou eene beknopte en duidelijke opheldering, een gepast overzigt van het geheel der gelijkenis in aanleg en oogmerk, met aanwijzing van het schoone, van het locale en temporele, en van hetgene er dan nog altijd bruikbaar in blijft, niet nader tot het doel geleid
hebben, om beschaafde Bijbellezers met de wijsheid van dit gedeelte der onderwijzingen des grooten Leeraars, die Hij vooral naar de behoefte en denkwijze zijns tijds mededeelde, bekend en gemeenzaam te maken? - Dit werk heet, ten andere, tevens een Handboek voor Predikanten bij het behandelen der Gelijkenissen. Indien dit zeggen wil eene aanwijzing, hoe zij hunne Leerredenen over deze of die Gelijkenis moeten inrigten, welnu, dan zullen sommigen misschien den Schrijver grooten dank wijten, want de boven opgegevene wijze van behandeling heeft veel van zoogenoemde Bijbeloefeningen, waarvan dus met een weinigje uitbreiding mutatis mutandis een gemakkelijk gebruik gemaakt kan worden; maar dan vreezen wij, dat deze fons ligtelijk een pons (en men weet wel, voor wie) worden kan; terwijl anderen, quibus e meliore luto finxit praecordia Numen, hunne edeler wenschen welligt niet zoo goed bevredigd zullen vinden.
De Vertaler, ofschoon hooger dan Rec. met dit werk loopende, geeft nogtans te kennen, ‘dat hij, ten opzigte der verklaring der Gelijkenissen, geenszins in alles met den Schrijver overeenstemt; maar dat hij er geene aanmerkingen bij heeft willen mededeelen, daar hij slechts eene vertaling wilde geven, geene omwerking, welke, althans bij sommige Gelijkenissen, ligtelijk zoude kunnen ontstaan.’ In de hoofdzaak is Rec. het hierbij volkomen met hem eens; en, daar ook zijn bestek hem niet veroorlooft, hier in vele bijzonderheden te treden, zal hij de bedenkingen, die over den