ren te vervangen, (want ook dat verfrischt en herstelt den geest, die, even als de uitwendige ledematen, niet gaarne in dezelfde, hoewel dan ook gemakkelijke, plooi blijft) dat alles in zijne portefeuille heeft neêrgelegd, misschien gezift en verbeterd, en het eindelijk in 't licht gegeven. Waarom zou hij niet? Het is zoo aardig, zijn eigen werk zoo in gedrukte letteren, in een boek, met zijn' naam er voor, te aanschouwen, ja zich als uitgaande in de geheele wereld, zoo ver Neêrlands tale reikt, te verbeelden. Het is ten minste, zoo ver wij zien kunnen, een geheel onschadelijk werk - ook geen slecht werk. Menigeen had beter gedaan, een geheel zoodje zulke kleine vischjes in een aardig netje aan te bieden, dan een' walvisch (het genie is een walvisch, zegt claudius) te willen vertoonen, en onder dien Herculischen arbeid zoo plat te worden als een schol. De versjes zijn over 't geheel vloeijend, op enkele plaatsen echter strijdig met den klemtoon. De inhoud is gevoelig, ook wel stichtelijk, juist niet bijzonder oorspronkelijk of diep, maar toch lief. De twee, een wat kleiner, een wat grooter, dramatische stukjes zullen met genoegen gelezen worden. De verhaaltjes hebben veel schijn van ware gebeurtenissen; zoo ze geheel verdicht zijn, wat heel veel. Het is met de verbeeldingen als met de afbeeldingen: zij moeten niet al te natuurlijk (b.v. als wassen beelden) maar een weinig geïdealiseerd zijn.
Edmond (uit de papieren van een' jeugdig' dichter) behaagde ons, wegens ongemeenheid, wel het beste, ja verre het beste. Van gedachten (losse gedachten, plagt men te zeggen) houdt steller dezes niet, zelfs al zijn er beelden bij. Men vindt daar wel somtijds eene goede, ja eene treffende gedachte, maar toch vaak als rari nantes ingurgite vasto. Ik mag niet hebben, dat iemand mij zijne invallen daar zoo stukje voor stukje toetelt; en loopt de man in zijne kamer of in bosch en veld peinzen, om gedachten te maken, dat hindert mij nog meer. Pensées of sentimental beauties uit de schriften van uitstekende mannen te halen - zoo als onze naburen wel doen - dat is wat anders.
Doch, om terug te komen, het boekje zal met genoegen in een uur van uitspanning gelezen worden. Het is wel niet geheel naar den nieuwsten trant, en herinnert kotzebue en tijdgenooten nog wel eens; maar alle verandering is juist ook geene verbetering, en waarheid blijft waarheid, gevoel blijft gevoel, of het een beetje dus of een weinig zoo wordt