dat vooraan vinden kan, eene breede opgave, of over deszelfs waarde eene beoordeelende uitspraak te doen. Ref. wil alleen kortelijk zeggen, waardoor deze uitgave zich van de vorige onderscheidt. Vooreerst door eene nieuwe Voorrede van den Heer wolterbeek, ter gepaste aanprijzing des werks, en ter opgave van het kenmerkende dezes tweeden druks der vertaling van hetzelve. Ten andere door eenige, hoewel weinige, bijvoegsels bij deszelfs aanteekeningen. Ten derde door de overneming van hetgene er gevonden wordt in eene vijfde uitgave van dit werk, die, achttien jaren na reinhard's dood, door Prof. heubner te Wittemberg, in 1836, bezorgd is. Deze vermeerdering bestaat, 1. in eenige, maar zeer weinige en niet bijzonder belangrijke bijvoegsels van den Schrijver zelven; 2. in de aanteekeningen van gemelden heubner, van welke ‘slechts enkele min noodige en wat al te uitvoerige zijn weggelaten of verkort;’ 3. in vijf bijlagen van denzelfden, namelijk I. over de wijze, op welke reinhard het plan van jezus heeft opgevat; II. over de eerste gesteldheid van jezus' plan, en deszelfs oorspronkelijken omvang; III. was het denkbeeld van de stichting van een Rijk Gods op aarde reeds vóór den tijd van jezus bekend? IV. kan de vorming en het karakter en de leer van jezus ook aan de Esseën worden toegekend? V. beoordeeling der bedenkingen tegen de kracht van bewijs in het slot van reinhard's werk. Eene zesde, in het oorspronkelijke de derde bijlage, namelijk een onderzoek, ‘of men, na den dood van jezus en zijne Apostelen, het Christendom ook door een geheim wereldverbond heeft zoeken uit te breiden,’ heeft de Vertaler achterwege
gelaten, als tot het onderwerp van reinhard niet regtstreeks behoorende, en tevens als te geleerd en te uitgebreid. De tweede en derde der zoo even genoemde bijlagen komen Ref. wel de belangrijkste en best bewerkte voor. Voor het overige, hoe men ook over de waarde des geheelen werks of over enkele deelen deszelven oordeele, en of-