Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1838
(1838)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 662]
| |
te Parijs in ruime mate gezorgd; want, zoo als wij in het begin van dit opstel zagen, er bestaat een afzonderlijke leerstoel voor de praktische schei- en ontleedkunde, ten einde de studenten te oefenen in het nemen van scheikundige proeven en in de kunst van ontleden. Men kan gemakkelijk begrijpen, dat eene stad van zoo grooten omvang, met zulke uitgestrekte ziekenhuizen voorzien, meer lijken oplevert, dan gevorderd worden voor de praktische ontleedkunde; zoodat het dan ook geene verwondering baart, dat de Franschen, die dit vak zoo zeer ter harte nemen en teregt als den eenigen grondslag onzer wetenschap beschouwen, hierin bovenal tegenwoordig uitmunten, en dat geen jong mensch te Parijs de Akademie verlaat, die in dit vak niet buitengewoon ervaren is. Deze gesteldheid van zaken heeft veroorzaakt, dat de kabinetten van ontleedkunde te Parijs zoo weinig belangrijks opleveren, en niet zouden doen gelooven, dat de Franschen de ontleedkunde op regten prijs weten te stellen. Doordien zij dagelijks gelegenheid hebben zich op het lijk te oefenen en de onderscheidene deelen van het menschelijk ligchaam te beschouwen, achtten zij het tijdverlies, hiervan praeparaten te maken; zoodat men dan ook weinig meer dan eenige skeletten en gedroogde praeparaten in het kabinet der Akademie aantreft. Vóór een paar jaren evenwel is men in dezen tot andere gedachten gekomen; hun naijver is door het bekend worden onzer schoone verzamelingen van ontleedkunde opgewekt; dupuytren heeft bij testament de noodige fondsen aangewezen; de hospitalen leveren voldoende materialen op, zoowel voor de gezonde als voor de ziektekundige ontleedkunde, en dit alles doet gelooven, dat binnen weinige jaren de Franschen in dit opzigt voor het buitenland niet zullen behoeven onder te doen. Reeds in het tweede jaar beginnen de studenten de visite in een der hospitalen te volgen, om zich met de zoogenoemde kleine chirurgie bekend te maken. In de studieörde is het bepaald, dat zij het derde jaar de heelkundige kliniek houden en het vierde de geneeskundige kliniek, terwijl zij gedurende den tweeden cursus van hetzelfde jaar de praktische verloskunde bijwonen. De praktijk wordt onderwezen in het hospitaal van de faculteit, dat voor 50 inwendige, 50 uitwendige zieken en 50 kraamvrouwen is ingerigt, dat meest uitgezochte gevallen zijn, die uit de andere hospitalen worden overgenomen. Het | |
[pagina 663]
| |
onderrigt aan het ziekbed duurt gewoonlijk 2 à 3 uren, en bestaat in het leeren ondervragen en waarnemen, ten einde daaruit de diagnose op te maken. De studenten ondervragen aanvankelijk de lijders niet; dit wordt door den Hoogleeraar gedaan, en daarna aan hen gevraagd, om uit het gehoorde en waargenomene de diagnose te stellen. Dit geschiedt om hun in te prenten, hoe men geregeld eenen zieke moet onderzoeken; hetgeen velen, vóór dat zij zulks dikwijls gehoord hebben, zeer onhandig afgaat. Nadat zij volgens de wet in het hospitaal van de faculteit eenen cursus hebben bijgewoond, bezoeken zij in eenen volgenden cursus beurtelings een ander hospitaal, waar ook wel klinisch onderrigt wordt gegeven, doch niet aan het ziekbed. Dagelijks, met uitzondering van Donderdag, wordt er in het Hôtel-Dieu, in het hospitaal de la Charité en in het hospitaal de la Pitié, door gewone of buitengewone Hoogleeraren, eene heel- of geneeskundige kliniek gehouden. Aan het bed der lijders houdt men zich in deze hospitalen niet op; de Hoogleeraar doet de visite, die men volgen kan en zich gewoonlijk tot 60 à 100 zieken van beiderlei kunne uitstrekt. Na den afloop hiervan spreekt hij gedurende een uur over eenige der belangrijkste gevallen, die in behandeling zijn, en geeft de resultaten op, die de lijkopeningen verschaft hebben van de belangrijke gevallen, over welke de voorgaande dagen was gesproken, indien de lijders overleden zijn. Heelkundige kunstbewerkingen hebben dagelijks plaats, wanneer zulks dringend noodzakelijk is; anders wordt hiervoor de Zaturdag gehouden. Dat dit klinische onderwijs belangrijk en leerzaam is voor hem, die weet, wat hij zien moet en zien wil, zal wel niemand betwijfelen; evenzeer als dat het dor en onvruchtbaar moet zijn voor diegenen, welke nog geene behoorlijke gronden gelegd hebben. Het groote getal studenten, daar tegenwoordig, maakt het onmogelijk, den Hoogleeraar aan ieder bed te volgen; en de weinige oogenblikken, die hij zich slechts daar ophoudt, tenzij het nieuwe zieken zijn, brengt teweeg, dat dit ziekenbezoek alleen voor meergevorderden van nut is. Voor dezen is het dan ook ingerigt, en zij kunnen, indien wel niet alle, dan toch de helft der lijders waarnemen, hetgeen toereikend is voor hunne praktische ontwikkeling. Gewoonlijk wisselen zij van tijd tot tijd met het bezoeken | |
[pagina 664]
| |
van een hospitaal af, zoowel om de verschillende wijzen van behandeling te zien, als ook omdat men zich in eenige hospitalen, hoewel voor nagenoeg alle soorten van ziekten openstaande, bij voorkeur met deze of gene ziekten bezig houdt. Voor syphilitische, voor kinderen, met huidziekten en met ongeneeslijke ziekten aangedane zijn afzonderlijke hospitalen ingerigt; terwijl naar de zalen, die onder de leiding staan van chomel (in het Hôtel-Dieu), door het bureau central, zooveel mogelijk, al de typhus-lijders worden gezonden, naar de zalen van bouillaud (hospitaal de la Charité) de borstzieken, naar de zalen van velpeau en sanson (hospitaal de la Charité en Pitié) de met oogziekten aangedane, de met ziekten der baarmoeder aangedane vrouwen naar de zalen van lisfranc (hospitaal de la Pitié) enz. Dit zij in het voorbijgaan aangemerkt, daar wij welligt later nog eens gelegenheid zullen hebben hierop terug te komen. - Het hospitaal der venerieke vrouwen is voor de studenten gesloten, om, zoo men voorgeeft, de weinige schaamte, welke deze vrouwen nog mogten bezitten, niet geheel weg te nemen. De faculteit heeft zich, in het belang der wetenschap en der menschheid, daarover bij herhaling beklaagd, zoodat daaromtrent eene gunstige verandering te wachten staat. In het hospitaal der zieke kinderen wordt geen klinisch onderrigt gegeven, zoodat de studenten slechts de visite kunnen volgen, hetwelk echter weinig gedaan wordt, wegens den verren afstand, waarop dit hospitaal van de meeste inrigtingen, die tot het onderwijs dienen, verwijderd ligt. Even zoo als de naijver onder de geleerden wordt opgewekt door de wijze, waarop de buitengewone en gewone Hoogleeraren worden benoemd, door concours namelijk; zoo ook heeft dit plaats onder de studenten, die zich aan het concours moeten onderwerpen, om externe of interne van een hospitaal te kunnen worden. Voor diegenen, welke lust en aanleg hebben om iets groots te worden, is eene zoodanige betrekking de eerste stap om verder te komen; want behalve dat zij, eenige jaren achtereenvolgend in verschillende hospitalen werkzaam zijnde, eenen schat van ondervinding en kennis opdoen, komen zij ook den Hoogleeraren meer nabij, die, bij uitsluiting nagenoeg, zich aan deze jongelieden laten gelegen liggen en hunne studie leiden, omdat eenmaal de mannen, die hen moeten vervangen, uit derzelver midden voortkomen. Op deze wijze hebben zich andral, bouil- | |
[pagina 665]
| |
laud, velpeau en de meeste mannen, die tegenwoordig Frankrijks roem in de genees-, heel- en verloskunde uitmaken, ontwikkeld. Daarom verdient dan ook dit concours van naderbij bekend te zijn, en wij willen ons hiermede dadelijk bezig houden. Het concours voor externe of interne der hospitalen heeft eenmaal in het jaar plaats. Om naar de plaats van externe te kunnen dingen, moet men ten minste een jaar in de geneeskunde gestudeerde hebben, het eerste examen hebben afgelegd, 18 jaren oud zijn, en een getuigschrift overleggen van twee bekende geneesheeren, die van de vlijt en van het goed gedrag getuigen. Om naar de plaats van interne te staan, moet men ten minste een jaar externe zijn geweest, en een getuigschrift overleggen van naauwgezetheid, vlijt en goed gedrag, afgegeven door de directie van het hospitaal, waaraan men is verbonden geweest. In het concours voor het externaat worden de candidaten ondervraagd in de beginselen der algemeene geneeskunde; daarop trekt ieder candidaat uit eene bus eene vraag, waarop hij binnen tien minuten moet antwoorden. Dit antwoord wordt gevolgd door eene demonstratie op het skelet. Vervolgens trekt de voorzitter van de Jury twee of drie vragen voor iederen candidaat uit de bus, welke op schrift moeten worden beantwoord, waartoe twee uren tijd wordt gegeven, maar in het bijzijn van twee leden der Jury, ten einde te voorkomen, dat zij door anderen daarin mogten worden geholpen. Deze stukken worden met spreuken geteekend en op dezelfde wijze behandeld als prijsvragen. De tijd van het externaat is drie jaren; zoo men niet eerder tot interne wordt benoemd, houdt men, na verloop van dezen tijd, op, aan een hospitaal verbonden te zijn. - De externen staan onmiddellijk onder de internen, en mogen, zonder wettige redenen, niet meer dan viermaal in de maand wegblijven; wordende zij, de vijfde maal wegblijvende, vervallen verklaard. De tijd van eenen interne is twee jaren, na verloop van welken tijd hij nog twee jaren kan worden aangesteld, zoo men over zijne diensten voldaan is. Met de bevordering tot Doctor houden zijne functiën op. In iedere afdeeling is een onbepaald getal externen en internen, naar dat dezelve meer of minder uitgestrekt is. Een | |
[pagina 666]
| |
externe en een interne moeten bij het gereedmaken der geneesmiddelen tegenwoordig zijn, om toe te zien, dat zulks volgens het voorschrift plaats hebbe. Een der internen waakt beurtelings in de ziekenzaal, om, zoo noodig, dadelijk hulp te kunnen verleenen. De internen houden een register, waarin zij aanteekening houden van de namen, het geslacht, den ouderdom, het beroep en de woonplaats der patiënten, van de natuur, het karakter, den voortgang, den afloop der ziekte, en de aangewende behandeling. De bevordering der internen bestaat in van het eene naar het andere hospitaal te worden verplaatst, waar meerdere kunde wordt vereischt. Het traktement der internen is 500 fr. en vrije woning in een der hospitalen. Zoo zij den kost genieten, bekomen zij slechts 100 fr. Bij pligtverzuim of wangedrag worden zij in hunne dienst voor eenige dagen geschorst, verbeuren een gedeelte van hun traktement, en kunnen eindelijk worden weggeezonden; hetgeen slechts in enkele gevallen plaats heeft. De chef de clinique, de verdienstelijkste der internen, houdt iederen morgen ten zes ure appel van de externen en internen zijner afdeeling, waarvan hij wekelijks, zoo als van de vlijt en het gedrag, aan de administratie der hospitalen kennis geeft. Jaarlijks worden aan diegenen, welke door vlijt en goed gedrag het meeste hebben uitgemunt, prijzen uitgereikt, die in gouden en zilveren medailles en in boeken bestaan. Ziedaar, waarde Lezer! u medegedeeld, hetgeen ik in mijn dagboek heb aangeteekend over de wijze, waarop het Geneeskundig Onderwijs te Parijs in ingerigt. Indien dit kort verslag u niet mogt mishagen, zal ik achtereenvolgens het een en ander omtrent geneeskundige inrigtingen en onderwijs der Franschen en Duitschers mededeelen. |
|