| |
| |
| |
Iets over de wijze, waarop het geneeskundig onderwijs te Parijs is ingerigt. Door E.C. Buchner, Med. Doctor te Amsterdam.
Het kan niet missen, of het moet een ieder, die niet begeert steeds bij het oude, voorvaderlijke te blijven volharden, belangrijk zijn te weten, welken gang de zaken bij andere volken nemen, omdat hij door de kennis hiervan wordt in staat gesteld, derzelver toestand onderling te vergelijken, het gebrekkige en verkeerde te vermijden, en hetgeen de ondervinding als goed en doelmatig heeft leeren kennen aan te nemen. Van deze waarheid doordrongen, meende ik geen' vergeefschen arbeid te doen, door middel van dit Tijdschrift, mijnen Landgenooten iets mede te deelen omtrent de wijze, waarop het Geneeskundig Onderwijs te Parijs is ingerigt.
De geneeskundige faculteit aldaar, die in de laatste vijftig jaren groote en belangrijke veranderingen heeft ondergaan, is na de Julij-revolutie voor 26 Professoren ingerigt, die de navolgende vakken onderwijzen: geneeskundige natuurlijke geschiedenis; geneeskundige natuurkunde; geneeskundige scheikunde; pharmacie; anatomie; physiologie; hygiène; ziektekundige ontleedkunde; algemeene ziektekunde; bijzondere ziektekunde; heelkundige ziektekunde; pharmacologie; operatie- en verbandleer; verloskunde; geregtelijke geneeskunde; geneeskundige kliniek; heelkundige kliniek; verloskundige kliniek; geschiedenis der geneeskunde. Bovendien is er een Leeraar voor de praktische anatomie, alsmede een voor de praktische chemie.
Behalve de gewone Hoogleeraren zijn er 22 buitengewone (aggregés en exercice), die door de gewone Hoogleeraren kunnen gebruikt worden, om hunne plaatsen te vervullen; waarvoor deze dan de helft van het vaste inkomen krijgen van den Hoogleeraar, voor wien zij onderwijzen. Eindelijk een onbepaald getal bijzondere of privaat-onderwijzers (aggregés stagiaires et libres), die zich echter allen professeur noemen.
De gewone Hoogleeraren worden door concours aangesteld. De beoordeelaars daarvan zijn 8 Professoren der faculteit en 4 leden van de académie royale de médecine, welke gezamenlijk de Jury uitmaken. De uitspraak der Jury hangt af van de verdiensten, die de candidaten zich door geschriften en
| |
| |
leeraren verworven hebben (titres antérieurs); van de waarde eener gedrukte verhandeling, welke zich over het vak in het algemeen uitstrekt, waarin men eenen Hoogleeraar verlangt, met opgave van de methode, welke bij het onderwijs behoort te worden gevolgd; een geschreven antwoord op eene door het lot getrokkene vraag; eene les over eenig onderwerp, na eene voorbereiding van 24 uren; eene les, na eene voorbereiding van 3 uren, over een door het lot getrokken onderwerp. De lessen moeten een uur duren en zijn publiek.
Om tot het concours te worden toegelaten, moet de candidaat geboren of genaturaliseerd Franschman, 30 jaren oud en Doctor in de Geneeskunde zijn. Gewoonlijk concurreren zij eenige malen, vóór dat zij eene plaats bekomen, en de meesten zijn reeds verdienstelijke en beroemde mannen, wanneer zij bij de faculteit worden aangesteld.
Het buitengewone professoraat wordt op soortgelijke wijze door concours verkregen.
Sedert het jaar 1829 wordt het geheele concours in de Fransche taal gehouden; terwijl hetzelve eenige jaren vroeger, van 1826-1829, niettegenstaande de dringendste voorstellen van de faculteit, in het Latijn plaats had, waaromtrent sabatier het volgende zegt: ‘Une sorte de respect pour la langue que parlaient ciceron, tite live et tacite, engageait sans doute la faculté à proposer la langue vulgaire et maternelle. Cependant le conseil royal de l'université en décida autrement: il rejeta d'une manière absolue les diverses modifications proposées par la faculté; et l'on vit, au grand scandale de la république des lettres, le barbarisme effronté et l'impitoyable solécisme abandonner les collèges et venir, pour quelque temps, établir leur domicile de prédilection dans l'amphitheâtre de la faculté.’
De jongelieden moeten, om als student in de geneeskunde te kunnen worden ingeschreven, ten minste 16 jaren tellen, ofschoon de meesten 18 jaren oud zijn, en een getuigenis van ontslag van het Lyceum overleggen. Zij hebben alsdan den naam van bachelier ès lettres, en hebben verlof, om natuurlijke geschiedenis, natuur- en scheikunde te hooren, maar de overige lessen niet eerder, vóór dat zij in deze vakken het examen hebben afgelegd. Hierna hooren zij anatomie en physiologie, en bereiden zich voor tot het tweede examen, dat over deze vakken loopt. Het derde examen strekt zich uit over de in- en uitwendige ziektekunde; het vierde over de
| |
| |
hygiène, geregtelijke geneeskunde, de leer der geneesmiddelen, en de geneeskundige behandeling. Het vijfde of laatste examen handelt over de in- en uitwendige praktijk en verloskunde. Na deze examina te hebben doorgestaan, is men verpligt eene dissertatie te schrijven en openlijk te verdedigen tegen de gewone en buitengewone Professoren van de faculteit.
De examina worden gewoonlijk afgenomen door twee gewone en eenen buitengewonen Hoogleeraar, en duren elk twee uren voor vier studenten. Wegens het groot getal studenten (2 à 3000) en de vele examina is men verpligt, aan verscheidene te gelijk het examen af te nemen.
Van drie tot drie maanden moeten de inschrijvingen worden herhaald, en de studenten zijn genoodzaakt na de vijfde inschrijving hun eerste examen te doen, om student te kunnen blijven; zijnde het wel vergund vroeger het eerste examen te doen; doch hetzelve na de vijfde inschrijving niet gedaan hebbende, worden zij vervallen verklaard. Na de twaalfde inschrijving moeten zij het tweede examen doen; terwijl de overige niet dan na de zestiende inschrijving mogen worden afgenomen.
Het jaar wordt verdeeld in eenen winter- en zomer-cursus, waarvan de eerste in het laatst van September aanvangt en in Maart eindigt; daarop volgt onmiddellijk de zomer-cursus, die in het begin van Julij eindigt; waarna, zoo het heet, 6 weken vacantie is, doch die inderdaad 8 à 10 weken duurt.
De studietijd is vier jaren; maar, dewijl het laatste examen eerst na zestien inschrijvingen kan worden gedaan, worden er nagenoeg vijf jaren gebezigd, vóór dat men gepromoveerd is. - De vier eerste examina bestaan alleen in ondervragen; doch voor het vijfde moet de student zich des morgens ten acht ure begeven naar het bureau van de faculteit, waar hij volgens het lot eene vraag trekt over eenig onderwerp uit de geneeskunde, die hij ten half een ure in het Latijn moet hebben beantwoord; wanneer hij zich met de examinatoren naar een der hospitalen begeeft, om twee zieken te onderzoeken: hierna ondergaat hij het theoretische gedeelte van het boven vermelde vijfde examen.
Alle lessen worden gratis bijgewoond; maar voor de vijftien eerste inschrijvingen betaalt men (iedere à 50 fr.) 750 sr. De zestiende kost 35 fr.; vijf examina (ieder à 30 fr.) 150 fr.
| |
| |
Voor het nazien der dissertatie geeft men 65 fr., en voor het Doctor-diploma 100 fr.; hetgeen te zamen 1,100 fr. bedraagt.
Weleer bestonden er twee doctorale graden te Parijs, namelijk die van Docteur en Médecine en die van Docteur en Chirurgie. Sedert het jaar 1833 evenwel is deze tweede vernietigd en heeft men alleen den eersten behouden, welke het regt geeft om de genees-, heel- en verloskunde uit te oefenen, waar men zulks begeert. Het geheele onderwijs is hiernaar ingerigt; gelijk uit het overzigt, dat wij daarvan boven gaven, duidelijk blijkt. Het is te wenschen, dat deze maatregel hier en elders navolging mag vinden, daar het toch bewezen is, dat de genees-, heel- en verloskunde niet van elkander kunnen gescheiden worden, en dat, om in een dezer vakken uit te munten, men noodwendig met de andere behoorlijk moet bekend zijn, dewijl zij op de eenheid van het menschelijke ligchaam berusten.
De lessen worden nagenoeg alle in hetzelfde gebouw en in dezelsde zaal, die 1600 menschen kan bevatten, gegeven, van des morgens 8 tot des namiddags 4 ure in de winter- en tot 5 ure in de zomermaanden, als wanneer er ook reeds ten 7 ure lessen aanvangen. Het klinische onderwijs heeft altijd van 6-10 ure des morgens plaats, alle dagen der week, met uitzondering van Donderdag; terwijl het theoretische onderrigt alleen des Zondags geene plaats heeft.
De Fransche taal wordt tegenwoordig uitsluitend gebezigd om te onderwijzen, examina af te nemen, en de dissertatie wordt in het Fransch geschreven en verdedigd. Over het meer of min doelmatige hiervan is reeds zooveel geschreven, en loopen de gevoelens der beroemdste mannen zoodanig uiteen, dat ik mij hierover niet zal uitlaten.
De Hoogleeraren te Parijs zijn gewoon, gelijk de advocaten en de afgevaardigden, voor de vuist te spreken, en niet te dicteren of voor te lezen. Dat dit tot oppervlakkigheid aanleiding geeft, die men wel eens bij de Franschen aantreft, heeft men meermalen beweerd; en ofschoon ik dit ook in geenen deele in twijfel wil trekken, kan ik evenwel uit eigene ondervinding verzekeren, dat, over het algemeen, de lessen zeer grondig worden gegeven. Een iegelijk is in staat, zich hiervan te overtuigen; want niet zelden bevinden zich snelschrijvers in de zaal, om de lessen op te schrijven en te doen drukken, De Gazette médicale en de Gazette des Hôpi- | |
| |
taux bevatten er wekelijks eenige, en niet zelden worden de lessen van dezen of genen Hoogleeraar vereenigd, als een geheel, door een der toehoorders uitgegeven. De pathologie interne van andral, die ik hem grootendeels heb hooren geven, is op eene dusdanige wijze in het licht verschenen; en dit werk kan dan ook ten getuige strekken, dat gemelde Hoogleeraar, ofschoon voor de vuist sprekende, geenszins van oppervlakkigheid in het onderwijzen kan worden beschuldigd.
Het groote getal studenten in de geneeskunde te Parijs, die te gelijker tijd dezelfde lessen bijwonen, heeft meermalen tot de gegronde aanmerking aanleiding gegeven, dat het onderwijs in de natuur-, schei-, plant- en ontleedkunde daar te lande slechts voor weinigen vruchtbaar zijn kan, omdat het grootste getal der toehoorders de fijne proefnemingen en bestanddeelen van het ligchaam, wegens den afstand, waarop zij zitten, niet kunnen waarnemen. Dit is allezins waar; meermalen overtuigde ik mij hiervan; doch de faculteit zelve stemt zulks toe, en heeft reeds ter verbetering hiervan voordragten gedaan, die doen verwachten, dat hierin weldra op eene of andere wijze zal worden te gemoet gekomen.
Dit bezwaar, hetwelk eene talrijke Akademie noodwendig met zich voert, wordt evenwel reeds grootendeels opgeheven door het groote getal bijzondere of privaat-onderwijzers, die er zich op toeleggen, om, voor een klein honorarium (25 fr.), met eenige weinige studenten het onderwijs te herhalen en hen tot de examina voor te bereiden. Deze bijzondere onderwijzers zijn daarom niet alleen voor de studenten van groot nut, maar ook nog omdat zij hunne studie leiden, waarmede zich de Hoogleeraren, uit hoofde van hunne vele bezigheden en het groote aantal studenten, slechts bij uitzondering kunnen bezig houden. Het theoretisch onderwijs, dat door mannen wordt gegeven, die voor het grootste gedeelte zoowel binnen- als buitenlands met roem bekend zijn, hetwelk reeds bij voorrraad ter gunste getuigt van de wijze, waarop zulks plaats heeft, en zich over al de deelen der geneeskunde in het bijzonder uitstrekt, mag men aannemen, dat naar den stand der wetenschap en de behoefte van onzen tijd is ingerigt. Ik hoop niet, dat men mij overdrevenheid en vooringenomenheid in deze zal ten laste leggen, waarvan ik mijzelven vrij ken. Ik beroep mij niet op
| |
| |
mijne eigene ondervinding alleen, maar op de blootlegging der zaken en op de getuigenis van radius en dieffenbach, die in de jaren 1833 en 1834 eenigen tijd te Parijs hebben doorgebragt, en na derzelver terugkomst hunnen landgenooten den toestand van het geneeskundig onderwijs te Parijs gunstig hebben doen kennen.
(Het vervolg en slot hierna.) |
|