Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1838
(1838)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 595]
| |
der wilde dieren, een mensch, die men beweerde ook een wild beest te zijn, en die, nevens twee andere hem gelijke wezens, in een nabij de stad Feizabad gelegen bosch gevonden was. Men had den ongelukkigen een hok zeer nabij den grond gegeven, (of hij ook aan een' ketting lag, kon Dr. spry zich niet herinneren) en liet hem als de overige dieren zien. Op het vastgestelde uur werd hem, even als aan dezen, zijn voedsel gebragt, en, wanneer hij hetzelve genuttigd had, legde hij zich, even als zij, te slapen. Zijne wezeustrekken waren van die der gewone menschen niet onderscheiden. Toen de Heer spry hem aansprak, slaakte hij een geluid, dat tusschen schreeuwen en knorren het midden hield. Hij scheen 25 à 30 jaren oud te zijn, en was reeds drie jaren in de Menagerie. Na zorgvuldig onderzoek van het arme schepsel, verklaart Dr. spry, hetzelve voor niets anders te houden, dan voor een doofstom of van de geboorte af in het verstand gekrenkt mensch. |
|