Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1838
(1838)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijHoe en hoe goedkoop men te Parijs kan middagmalen.(Uit het Morgenblatt.)
Aan de barrière van Belleville woont een gaarkok, waar men voor twintig (Fransche) stuivers zoo veel eet als men wil; of liever, zoo veel als men binnen 25 minuten kan binnenslokken.Ga naar voetnoot(*) Men eet daar, namelijk, op de klok af. De man, die zulks bedacht heest, mag wel een huurkoetsier geweest zijn. Voerlieden, metselaars-, kuipersknechts en soortgelijke ambachtslieden zijn de gewone kalanten. Op een gegeven teeken geraken messen, vorken en kinnebakken in beweging. De tijd is afgemeten en derhalve kostbaar. Men verspilt geen sekonde, om de geregten te prijzen of te gispen: elk woord rooft een' beet! Zoodra echter de eerste honger gestild is, roept elk om water; maar de waard is doof aan dat oor, en ziedaar de keerzijde van dit in zijne soort éénige middagmaal. De waardin toont zich geenszins karig in het toedeelen der spijzen, en haast zich, de geledigde schotels van nieuws met sterk gepeperde lamssoep te voorzien; maar met het vullen der waterflesschen is zij uiterst langzaam: want, zoo elk naar welgevallen konde drinken, wierd er te veel gegeten en te weinig voordeel behaald. Een herhaald luiden der etensklok verkondigt het einde van den maaltijd, en in een' oogwenk zijn schotels, borden en tafellaken verdwenen. In eene der enge, morsige straten van de wijk St. Mar- | |
[pagina 260]
| |
ceau is eene gaarkeuken van één' (Franschen) stuiver gevestigd. Dit is eene soort van keukenloterij, zoo als het schilderachtige opschrift boven de deur: Au hazard de la sourchette, (Op vorksgeluk as) reeds aanwijst. Regts van den ingang is een groote koperen ketel vastgemetseld, die om 2 ure des namiddags met een vocht gevuld wordt, dat men bouillon genoemd heeft, dewijl het toch een' naam moest hebben. Op den bodem des ketels zwemmen eenige brokken vleesch rond, welke men, naar denzelfden grondregel, met de welluidende namen van beefsteaks, coteletten, fricandeaux enz. gedoopt heeft. Wanneer een toereikend aantal deelnemers daar is, begint de trekking. Elk heeft intusschen voor zijn' stuiver een eigen nommer ontvangen. Zoodra de beurt aan hem komt, wordt hem eene lange vork ter hand gesteld, met welke hij in den ketel steekt, en het stuk vleesch, dat hij daarmede prikt en ophaalt, is de prijs des winners, wien vrouw Fortuin begunstigt. Wanneer de loterijspeler er niets uittrekt, dat zeer dikwijls het geval is, stelt men hem schadeloos met eene portie van het zoogenaamde bouillon. Herhaalt hij den inzet, zoo mag hij ook de vork-operatie herhalen. Wie lust heeft nog dieper af te dalen, die wone een' maaltijd bij in het Hôtel d'Angleterre, de verzamelplaats aller dieven en zakkenrollers der hoofdstad. Lepels en vorken zijn hier met ijzeren kettingjes aan de tafel vastgeklonken, dewijl de gasten, die daar komen eten, zich zoo zeer de kwade gewoonte hebben aangewend, om het tafelgereedschap in den zak te steken, dat zij zelfs lepels en vorken, die niets waard zijn, medenemen. Maar deze Heeren zijn bang voor spions (moutons, in hunne spraak); en, om in hun gezelschap veilig te worden toegelaten, dient men wel in handen der Justitie geweest te zijn. - Honger, zegt het spreekwoord, is een scherp zwaard; doch, wien hier de eetlust niet vergaat, die is het hongerlijden waard! |
|