De jonge weduwe.
Hoe schooner en rijker een meisje is, des te keuriger zijn meestal de ouders en ook zij zelve, en des te meer vrijers loopen bij haar een blaauwtje. De eene is te lang, de andere te kort; deze niet rijk, gene niet aanzienlijk genoeg. Middelerwijl verloopt de eene lente na de andere, en ieder jaar neemt een blad van den bloesem der jeugd en eene gelegenheid ten huwelijk met zich weg. - Freule natalia s. was de voornaamste partij in een Duitsch landstadje; maar reeds had zij het achtentwintigste jaar achter den rug, en zag de meeste harer gewezene schoolmakkertjes aan den arm van mannen, welke zij had afgewezen. Kortom Freule natalia werd - eene oude juffer. Allengskens begonnen nu de ouders ongerust te worden, en zij zelve zuchtte in stilte over eenen toestand, die toch nimmer natuurlijk is, hoezeer de door natuur en fortuin stiefmoederlijk bedeelden zich dien wel moeten getroosten; maar natalia was schoon en schatrijk. Terwijl de zaken dus stonden, kwam haar oom bij hare ouders een bezoek afleggen, een rijk koopman, die in eene andere provincie zijne woonplaats had; hij was een levendig, opgeruimd mensch, gewoon alle zwarigheden stout en met koelbloedig beleid aan te grijpen. ‘Onze natalia,’ zeide eens de Heer S. tegen hem, ‘vindt geenen man; gij ziet, zij is niet leelijk; wat zij ten huwelijk krijgt, weet gij; de booze tongen kunnen, zelfs in ons babbelachtig stadje, haar niets te last leggen - en evenwel, zij wordt eene oude juffer!’ - ‘Zoo is het,’ hernam de oom; ‘ziet gij, bij alle dingen in deze wereld komt het er op aan, het geschikte tijdpunt niet te laten voorbijslippen: dit hebt gijlieden gedaan; het is verkeerd; maar weet gij wat, geeft mij het meisje mede, en, eer een vierendeeljaars voorbij is, lever ik ze u als genadige vrouw terug, met eenen man, zoo jong en rijk als zij.’ - Nichtje ging met oom op
reis. Onderweg begon hij op eens: ‘Hoor eens, naatje, van nu af aan zijt gij niet meer Freule s., maar Mevrouw van l., mijne nicht, eene jonge en rijke weduwe, zonder kinderen; gij hebt het ongeluk gehad, uwen man, na eene genoegelijke echtverbindtenis van drie maanden, door eenen val met zijn paard op de