Oostersche misvatting.
De Turksche Gezant te Londen deed onlangs een reisje door Engeland, en kwam bij die gelegenheid ook te Manchester, waar hij eene vermaarde fabrijk bezocht, hem als zeer bezienswaardig aangeprezen. De Directeur liet hem, met ongemeene welwillendheid, zijne geheele inrigting bezigtigen; en zoo kwam men ook in eene groote zaal, waar 3 à 400 kinderen van 5 tot 12 jaren arbeidden. ‘Ziehier mijne kinderzaal,’ zeide de Directeur. De Turksche Diplomaat stond op dit gezigt versteld, nam den Fabrikant ter zijde, en sprak in vollen ernst: ‘Gij hebt eene zeer talrijke familie, Mijnheer! Allen uwe eigene kinderen? Wel, wel! hoeveel vrouwen hebt gij dan?’