grijpt intusschen, hoe talma was, wanneer hij aan Jocrisse's wanhoop zijne diep tragische stem leende! Allen, die bij deze mislukte proeven tegenwoordig waren, kunnen getuigen, hoeveel eigenliefde hij bij deze gelegenheden vertoonde, ook hierin vele menschen van talent gelijk, die het meest trotsch zijn op die hoedanigheden, welke hun ontbreken.
‘Komt in mijne boerderij!’ zeide talma tot zijne vertrouwde vrienden, wanneer hij hun zijne bijzondere genegenheid wilde betoonen. Eene schoone boerderij inderdaad, waar het oog des Landheers nooit op verwijlde, en waar de hongerige gasten noch boter noch eijeren noch groenten vonden! Dit zij alleen gezegd, om de nalatigheid des pachters, niet de gulheid des gastheers aan te klagen.
Te Brunoy was het, dat, na de eerste opvoering van l'Ecole des Vieillards, het volgende voorviel. 't Is bekend, welke toejuiching aan talma in de rol des ouden krijgsmans ten deel viel, zoo zwak jegens zijne vrouw, zoo groot als 't zijne eer betrof; maar weinigen weten, dat hij een gedeelte van dien schitterenden bijval aan gewetensknaging te danken had! De eerste Treurspelspeler van Europa werd verliefd op de grootste Blijspelspeelster, op Mademoiselle mars; maar (ofschoon hij zelf des onbewust was) op dezelfde wijze, als Mevrouw van stael verliefd was op napoleon. Wie mars met talma zag wedijveren in dit tooneelstuk, hem uit liefde, haar uit coquetterie, die vermoedde weinig, dat achter dit voortreffelijk spel der beide groote spelers een hartstogt verborgen was, die echter, hoezeer als tot vergoding gestegen, spoedig gebluscht werd. Mad. mars hield het middagmaal te Brunoy. Talma achtte dit tijdstip gunstig tot het doen zijner hartstogtelijke liefdesverklaring, en wierp zich aan hare voeten. Zij hoorde hem opmerkzaam aan, en sprak vervolgens, met dat lachje, 't welk haar zoo betooverend maakt, en op dien vertrouwelijken toon, die onder kunstenaars heerscht: ‘Mijn arme talma! wil ik u iets zeggen? Gij zijt niet op mij, maar alleen op de kunst verliefd.’ - ‘Op mijne eer, dat is zoo!’ hernam de minnaar zeer naïf, en, eensklaps genezen, wischte hij lagchend het stof van zijne knie.
Intusschen bleef deze villa, die aan de heuvels van Beaucerons stootte, uit een kunstoogpunt beschouwd, niet zonder invloed op talma's toekomst. Was het niet in deze schoo-