De eigen galg.
Möser verhaalt, in zijne Vaderlandsche Phantasiën, van een dorp, welks inwoners, toen een vreemde aan hunne galg zou opgeknoopt worden, door hunnen advocaat voor den regter deden verklaren, dat zij dit niet gedoogen zouden, want dat de galg voor niemand was, dan voor hen en hunne kinderen. Hoe belagchelijk dit nu ook luiden moge, zoo had de zaak toch eenen zeer ernstigen kant, welke door den landsheer ook wel ingezien werd, gelijk möser uitvoerig berigt.