Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1838
(1838)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– Auteursrechtvrij
[pagina 51]
| |
steeds aan eene overmaat van smart over diens verlies ter prooije gaf. ‘Ik zie, vriendin,’ zeide hij, ‘gij hebt het den almagtigen God nog niet vergeven.’ Deze woorden maakten op de troostelooze zulk eenen diepen indruk, dat zij al hare zielskrachten inspande, en van dat oogenblik af zich door hare smart veel minder liet beheerschen. |
|