Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1838
(1838)– [tijdschrift] Vaderlandsche Letteroefeningen– AuteursrechtvrijNieuwigheden.‘Zonder het nieuwe is de Franschman een visch op het drooge.’ Brief van lublink weddik. | |
[pagina 14]
| |
‘Er is niets nieuws onder de zon,’ zeide salomo reeds in zijnen tijd; maar, lieve hemel! hoe vreemd zou die wijsste der Koningen opzien, wanneer hij eenige blikken in het hedendaagsche Parijs kon werpen! Hoe veel nieuws is daar aan de orde van den dag! Men hoort er van omnibussen restaurans en eene romantische school, van eene barbe en jeune France en laarzen van gom elastiek, parfaitement imperméable, van Paraguay roux tegen kiespijn en van het temmen van tijgers, hyaena's en leeuwen, van vuurwerken, die het vergaan der wereld voorstellen, van een' man, die 128 mijlen te voet op één' dag aflegt, van een théâtre nautique, een' stoomwagen, een navire aërien, eene voiture à voiles en wat niet al meer! Onder al die zaken, het is waar, komen wel eens oude en weder kunstig opgewarmde nieuwigheden voor; maar dit neemt niet weg, dat men Parijs als het beste argument kan aannemen ter wederlegging der thesis van salomo: ‘Daar is niets nieuws onder de zon.’ ‘Even als de kinderen thans nog doen,’ zegt de Heer g.j. mulderGa naar voetnoot(*), ‘wanneer zij den hemel aanschouwen, zoo hebben velen in vroegere eeuwen gewenscht, de kluisters, die onze voeten aan de oppervlakte der aarde binden, eens te kunnen vaarwel zeggen, en in hoogere lucht ruimer adem te scheppen, hier met een' oogopslag de schepping te kunnen overzien, en nader bij de schatkamer van de geheimen der natuur te wezen. Wie weet, of de zucht, om de vogelen op hun spoor te volgen, en klapwiekend zich door de ruimte te kunnen bewegen, wel zoo veel jonger is, dan het vliegen der vogelen zelf! De fabel van icarus en daedalusGa naar voetnoot(†) leert ons althans, dat deze zaak den | |
[pagina 15]
| |
ouden voor de verbeelding zweefde. Doch dit opstijgen in de lucht door eigen vermogen, hoe menigmaal men ook in lateren tijd hierop de aandacht gevestigd heeft, is altijd bij den wensch gebleven. Het kon intusschen niet anders, of men bleef dezen wensch koesteren, en al was het dan niet door eigen vermogen, al moest men van andere hulpmiddelen gebruik maken, als men maar eens deze aarde kon verlaten!’ Niettegenstaande baco, mendoza, de lanis en galien toestellen tot zulk opstijgen aan de hand gaven, werd eerst door cavendish, 1766, de groote soortelijke ligtheid van het waterstofgas ontdekt, en door black, 1768, en cavallo, 1782, aangetoond, dat hierdoor vaste ligchamen in de lucht zouden kunnen opgevoerd worden. Holle ligchamen van papier of varkensblazen, door cavallo met waterstofgas gevuld, stegen echter niet op; de laatsten waren te zwaar, de eersten te poreusGa naar voetnoot(*). Het waren de Gebroeders montgolfier, die het eerst een' ballon, uit taf vervaardigd en door brandstof verwarmd, deden opstijgen. Zulks werd her- | |
[pagina 16]
| |
haald met dieren, in eene mand aan den ballon bevestigd, die, toen de ballon op de aarde terugkwam, onbeschadigd werden bevonden. Pilatre de rosier was de eerste, die het waagde, in 1783, zich aan een' ballon in het luchtruim toe te vertrouwen. Sedert dien tijd zijn de luchtreizen zoozeer vermeerderd, dat het thans moeijelijk zoude zijn, ze allen op te sommen; ja, tijdens bonaparte werd de luchtbol zelfs als middel, om het leger des vijands te herkennen, gebruikt, en een corps Aërostiërs opgerigt, waarvan coutelle, een Kolonel, de Chef was. Te Maubeuge deed hij het eerst zijne waarnemingen op het vijandelijk leger. Hij verhief zich dagelijks tweemaal tot eene hoogte, die door het touw, met hetwelk de observatie-luchtbol aan den grond bevestigd was, naar willekeur kon geregeld worden. Door den vijand werd er op den ballon geschoten, en dezelve meer dan eens bijna geraakt. Coutelle liet zich ook eens voortslepen van Maubeuge naar Charleroi, en bleef 39 uren achtereen bij den slag van Fleurus waarnemen. Uit dit alles ziet men, dat luchtbollen en luchtreizen niet nieuw zijn; maar het bleef echter nog altoos eene te wenschen zaak, den ballon te kunnen regeren; (dat wil zeggen, men moet kunnen klimmen en dalen naar willekeur, om van verschillende luchtstroomen des dampkrings gebruik te maken, die ons naar de bedoelde plaats moeten voeren; men moet bij tegenwind voorwaarts kunnen komen, enz.) Daartoe werden pogingen aangewend door blanchard, lunardi, rosier enz., hunne ballons met zeilen, riemen of andere stuurtoestellen optuigende; door welke proefnemingen deze mannen zelve en hunne reisgenooten bijna allen op eene verschrikkelijke wijze den dood vonden. De snelheid, waarmede men door middel van een' ballon van de eene plaats naar de andere kan komen, is bekend; en het is daarom te bejammeren, dat men tegenwoordig zoo weinig werk van dit, in sommige gevallen nuttige, middel maakt. - Stil! zacht wat! Er | |
[pagina 17]
| |
bestaat immers thans een navire aërien, een luchtschip, den naam van Aigle dragende, waarin men zoo gerust als in eene stoomboot of in eene diligence zal kunnen reizen. Hoor slechts het opschrift van het Programma: ‘Ascension du navire aërien, nommé l'Aigle, de 150 pieds de longueur sur 45 de hauteur, qui partira des Champs Elysées pour descendre au Champ de Mars et de là partir pour Londres, 98 lieues de Paris, en deux heures, Dimanche 17 Août, à 2 heures.’ - ‘In plaats van op de aarde en op het water te reizen, (gaat het Programma voort) zal de lucht voortaan het element zijn, waarin wij ons zullen voortbewegen; het element, tot heden toe aan den mensch weêrspannig gebleven. Wij zullen gelijken aan de zwaluw, die zich in de lente naar den luchtkring verheft, welke van het noorden zich beweegt, en, gedragen op de vleugelen des winds, onze streken bereikt, nadat zij zonder inspanning dikwijls meer dan 40 mijlen in een uur heeft afgelegd. Alzoo zullen weinige dagen genoegzaam zijn, om de wereld rond te reizen. Het is de Heer lenox, aan wien wij deze stoute en nuttige onderneming verschuldigd zijn,’ enz. Deze lenox nu had, twee jaren geleden, in de steengroeven van Montmartre een groot luchtschip vervaardigd, hetwelk hij zorgvuldig voor iedereen verborgen wist te houden, en hetwelk op zekeren avond van onder de loods werd genomen, om, buiten het bereik van nieuwsgierigen, eene proef te nemen en de zekerheid te erlangen aangaande de berekeningen van voornoemden Heer. De uitkomst beantwoordde echter niet aan zijne verwachting. Na dien tijd heeft hij een ander luchtschip vervaardigd, hetwelk in eene afgesloten ruimte in de Champs Elysées zich bevindt, en sedert eenigen tijd bezigtigd kan worden; met hetzelve moet de bovengemelde reize naar Londen volbragt worden. Met een aantal menschen bezagen wij dezen zoogenaamden Arend. Op den grond uitgestrekt liggende, schijnt het bij den eersten oogopslag een vervaarlijk zeegedrogt te zijn; deszelfs lengte is 150 voeten, de hoogte 45. | |
[pagina 18]
| |
Lenox heeft dit gevaarte vervaardigd naar het ontwerp van meunier; dat wil zeggen, het is uit twee bekleedsels zamengesteld.Ga naar voetnoot(*) De stof, waaruit het bestaat, is van zijde en katoen, omgeven met eene laag elastieke gom; een tweede ballon van calicot, met elastieke gom bestreken, moet in den eersten gebragt worden, als middel van voorzigtigheid en zekerheid niet alleen, maar ook om als eene soort van zwemblaas te dienen, die met lucht gevuld of van dezelve ontledigd wordt, naar mate men wil rijzen of dalen; daardoor zal men, zonder ballast of gas te verliezen, in de luchtstreek komen, welke het meest geschikt is om het doel der reize te bereiken. De ballon heeft een' langwerpigen vorm, even als een visch; het schuitje is van gevlochten teenen, met kleine banken voor de reizigers voorzien, en heeft aan beide zijden de stuurtoestellen, bestaande uit breede, van uitgespannen linnen vervaardigde riemen; aan elk einde van het schuitje is eene soort van roer, welks vleugels de rigting aannemen, door de reizigers verkozen. Deze roeren kunnen zich bovenwaarts bewegen, of dienen tot het nederdalen, even als eene boot rijst of daalt, naar gelange der kracht en rigting, die de riem erlangt; daarenboven bevindt er zich eene perspomp aan den ballon, die de lucht, tusschen de beide ballons besloten, meer of min kan zamenpersen. Des Zondags, 17 Augustus, begaven wij, mijn vriend v.d.V. en ik, ons naar het Champ de Mars, voorzien van entréebilletten, daags te voren genomen, door welke men het regt verkreeg, zich binnen den afgeperkten kring of omtrek, in welks midden de ballon zich bevond, te begeven. Met zulk een kaartje vermogt men ook eene Dame derwaarts te geleiden. ‘Ce mode de souscription, (zegt zeker dagblad) par billets délivrés à l'avance, satisfait à la fois le public, les besoins de l'entreprise et l'honorable caractère du Commandant, qui la dirige.’ Wie denkt hier niet aan de | |
[pagina 19]
| |
woorden van fokke: ‘Al wat blinkt of licht wederkaatst, is der menschelijke ziel bijzonder aangenaam; mogelijk daarom ook het goud en zilver, dat van ouds, tot heden toe, bij jongen en ouden, geleerden en ongeleerden, bijzonder geliefd is, inzonderheid wanneer het in schijfjes gesneden, en met een' geharnasten ridder, ruiter, gewapende maagd of kopje gestempeld is.’ Behalve den Maarschalk Graaf lobau en de Generaals van den Staf der Nationale Garde, las men in sommige Parijsche dagbladen de namen van een aantal beroemde mannen, die de taak van Commissarissen voor deze wetenschappelijke plegtigheid (solemnité scientifique, zoo als men het noemde) wel op zich hadden willen nemen; de namen van Dr. automarchi, odillon barrot, den Baron dubois, alexander dumas, eugène isabey, den Baron larrey, den Graaf de montlosier, den Prins de puckler muskau, den Graaf alfred de vigny en ook van den Kolonel coutelle, den voormaligen Chef der Aërostiërs, waren daaronder. Maar waarom, dacht ik, vindt men er niet éénen van een groot natuurkundige, van arago, biot, gay lussac b.v.? Immers deze mannen behoorden daar werkelijk te huis. Met veel moeite bereikten wij langs de kaai het Champ de Mars, nu hier dan daar een' stoot van de verzamelde volksmenigte krijgende; in den afgesloten omtrek te komen, was ons echter niet mogelijk. Onder het gewoel vernamen wij, dat het luchtschip thans geproviandeerd werd; dat er een aantal physische werktuigen, twee perspompen enz. enz. geladen werden, en dat, met den Heer lenox, agasson, de grandsagne, laurens, edan en nog tien andere Heeren, en ook Mesdames lenox en edan, de reize mede zouden ondernemen. Lang zagen wij reeds het kolossale luchtschip boven de menigte uitsteken, maar nog geene beweging hoegenaamd. Zulks duurde zeer lang, en de afgebrokene woorden of volzinnen, die men in den beginne hoorde, veranderden langzamerhand, naar mate | |
[pagina 20]
| |
men ongeduldiger werd, geheel en al van toon; eerst hoorde men: ‘Le vent est favorable. - Ah! ce sera un spectacle magnifique. - Quel courage de ces dames, d'accompagner leurs maris! - Hé! louis, connaissez-vous ce courageux M. lenox. - C'est la plus hardie invention moderne,’ enz. enz.; eindelijk begonnen de volgende woorden te klinken: ‘Voistu quelque mouvement, pierre? - Mais non. - Celà ne commencera jamais. - Ma patience est à bout. - Je crois qu'on se joue de nous. - Diable! celà m'ennuye. - He! ho! l'ascension. - Faites monter le navire,’ enz. enz. Ensklaps komt de ongeduldig geworden menigte in beweging; men hoort geschreeuw, gegil; nu is het gewenschte oogenblik gekomen; ieder steekt het hoofd naar boven, verheft zich op de teenen, rekt zoo veel mogelijk den hals langer uit, maar men ziet minder dan te voren, men ziet zelfs den hoog uitstekenden ballon niet meer. ‘Mijn hemel! was hij dan reeds in het luchtruim? Vloog hij sneller dan een blijksemstraal naar boven?’ Ach neen, waarde Lezer! hij was geborsten, en zonk, gelukkig nog op slechts twee voeten afstands van den grond, ineen. Zoo eindigde deze solemnité scientifique!... Terwijl een stoomwagen dagelijks in de Champs Elysées reed, en zonder spoorweg eene reize naar St. Germain ondernam, twee groote rijtuigen achter zich slepende, kwam zekere Mr. hacquet te Parijs met een rijtuig met zeilen; eene uitvinding, die niets minder ten doel heeft, dan eene scheepvaart langs den grond op de drooge oppervlakte der aarde daar te stellen, en wegen en velden in kanalen te veranderen, op welke men met de snelheid des winds zich zal kunnen bewegen! ‘Er bestaat (zoo zegt het hier en daar verspreide en zoo smakelijk mogelijk gemaakte berigt, tevens de uitnoodiging bevattende, om het vaartuig te komen zien, ook al voor 1½ fr.) als onder de magt onzer handen, om zoo te spreken, eene voortstuwingskracht, wel is waar onzigtbaar, maar daarom niet minder werkelijk aan- | |
[pagina 21]
| |
wezig, en die men tot op heden schijnt miskend te hebben; welk verzuim des te meer te laken is, naar gelange der oeconomische voordeelen, welke zij oplevert. Deze kracht, tot heden slechts aangewend op het water tot voortstuwing van schepen en op den wal tot het in werking brengen van molens en meer andere vaststaande werktuigen, is de wind. De wind, die den dampkring zuivert en zoo vele aangename oogenblikken in de heete zomerdagen aanbrengt, dat ligte koeltje, hetwelk zoo zachtkens het gebladerte der boomen doet suizen, is toereikend, om groote en zware rijtuigen voort te rollen. Is de wind zwak, dan stelt men hem groote zeilen tegen; aan deszelfs te groote sterkte de bijna oneindige verkleining van derzelver oppervlakte. Na eene grondige studie aangaande de kracht, de bestendigheid en de periodieke veranderingen der winden, heeft de uitvinder der Eolienne (zoo heet het zeilrijtuig) een stelsel willen verwezenlijken, over welks moeijelijkheden hij heeft gezegepraald.’ Reeds zeer lang geleden trachtten de Chinezen eene soort van slede of rolwagen met masten, tuigen en zeilen te voorzien; maar het schijnt, dat men later van deze poging eener vaart op de aarde heeft afgezien. In de laatst verloopene eeuw hield men zich in Zwitserland met hetzelfde onderwerp bezig, zonder er echter gevolg aan te geven. Pocock, in Engeland, vond wagens uit, door vliegers voortgetrokken, en die, volgens zijne verzekering, zes à zeven uren afstands in één uur zouden kunnen afleggen. Men zegt, dat zij aldaar in gebruik zijn geweest, en dat het niet noodig is, den wind mede te hebben, maar dat men met denzelfden wind heen en weder kan komen.Ga naar voetnoot(*) Nog niet lang geleden trachtte men in België een rijtuig met zeilen zamen te stellen; maar de uitkomst beantwoordde niet aan de verwachting. - Uit dit alles ziet men, dat de uitvinding | |
[pagina 22]
| |
van Mr. hacquet eigenlijk slechts eene opgewarmde nieuwigheid is. Eene open plaats binnengetreden zijnde, zagen wij eene soort van koets met masten en zeilen en twee matrozen, die, zeer netjes uitgedost, met glinsterende hoeden, blaauwe buisjes, wijde witte broeken enz., (mundus vult decipi, decipiatur ergo) de aanschouwers op de allerbeleefdste wijze ontvingen. Wij erkennen, dat het schip, hetwelk op het drooge zal moeten varen, aardig is uitgedacht. Een toestel van veertig voeten hoogte op een rijtuig, waarvan de breedte niet meer dan vijf voeten heeft, buigt en helt naar deze of gene zijde door de windvlaag, en herneemt deszelfs evenwigt door onder aan de masten hangenden ballast, zonder dat het ligchaam, het rijtuig, den steun der vier wielen op den grond verliest. Deze masten hebben overeenkomst met de zoogenaamde duikelaartjes, waarmede de kinderen spelen, gemeenlijk soldaatjes, van vlierstokjes vervaardigd, en onderaan voorzien met een ijzer of koper bolletje. Wanneer men deze regts of links stoot, hernemen zij altijd en terstond derzelver loodlijnige rigting; ook bij deze hangt eene soort van ballast onderaan. De Eolienne nu heeft boven op den zoogenaamden hemel der koets eene horizontale as, waaraan de drie masten bevestigd zijn, de fokkemast, de groote mast en de bezaansmast. Elk dezer masten heeft zeilen van eene veel dunnere stof dan die op de schepen in gebruik. Aan beide zijden der koets zijn twee andere zeilen bevestigd en uitgespannen, als twee groote vleugels, die open- en toeslaan naar willekeur. Achteraan is nog een kleiner zeil. Is de wind zwak, dan zet men zeilen bij; is hij sterk, dan krimpt men ze in, door te reven: op de schepen geschiedt dit bovenaan; aan de Eolienne van onderen. Dit alles wordt door touwwerk in beweging gebragt. Het roer bevindt zich natuurlijk niet van achteren aan den spiegel; de twee voorwielen worden door een' man regts en links bestuurd. ‘Champ de Mars, Dimanche 28 Septembre 1834, | |
[pagina 23]
| |
(à 2 heures) expérience et manoeuvres de l'Eolienne, voiture à voiles; musique militaire, fanfares etc.’ Ziedaar het opschrift van het Programma aangaande deze - solemnité scientifique? zoo noemde men het immers? doch neen! ik herinner mij, het was een - bamboche en cochonnerie, volgens de Fransche toeschouwers. Wel hoorde men trompetgeschal; inderdaad, de beloofde fanfares en het militair muzijk deden zich op eene wijze hooren, welke de trommelvliezen dreigde te verscheuren; dan, helaas! de Eolienne was maar niet van de plaats te krijgen, dan voortgeduwd door vier sterke kerels! Maar, lieve menschen, waarom zoo geraasd en getierd, uw geld terug verlangd, den armen Mr. hacquet voor een' bedrieger uitgekreten? Leest het Programma, en gij zult duidelijk vinden: ‘Vent arrière, on va avec la seule puissance d'une petite voile; vent largue, on va encore sans être renversé; vent debout, ou sans vent .... oh! alors il faut s'arrêter, demeurer en panne, comme le vaisseau sur la mer quand le vent cesse, comme toute machine dont le moteur viendrait à manquer.’ Wij zullen ons alzoo vooralsnog moeten vergenoegen met de gewone manier van reizen, in plaats van met den Aigle het luchtruim te doorklieven, of met de Eolienne op het drooge te zeilen. Dat alles zal echter overbodig worden; want, o wonder boven wonder! er komt eerlang een man in Frankrijk, die 128 mijlen op een' dag loopt, en ons de middelen daartoe zal laten bezigtigen. Hoor slechts, lieve Lezer! want het zijn geen praatjes. Zekere bekende hardlooper, robert sciper, heeft te Malton, in Engeland, een' wedstrijd voorgesteld aan allen, die denzelven wilden aannemen. Dezelve bestond in het te voet afleggen van eenen weg van 64 mijlen op éénen dag, en zulks gedurende drie achtereenvolgende dagen. Niemand bood zich aan, en sciper was gereed de reize alleen te ondernemen, toen zekere marston den wedloop aannam. Hij stelde zelfs voor, om 128 mijlen in plaats van 64 per dag | |
[pagina 24]
| |
te loopen, en wel aan elk been nog een' kogel medeslepende. Sciper verklaarde de zaak voor onmogelijk. Zoodra had hij zulks niet gezegd, of marston tilde sciper op zijne schouders, begon te loopen, en nam hem mede, uitroepende: ‘Nu zult gij zien, of het onmogelijk is!’ Marston heeft de buitengewone taak volbragt, maar door middel van - den stoom: hij had aan iedere kuit een lief, klein stoommachinetje gehecht, waarvan hij de uitvinder is; deze machine brengt zijne onderste ledematen met zulk eene snelheid in beweging, dat zij als 't ware den grond niet raken: het heeft hem veel hoofdbreken gekost, het middel te vinden, 't welk zijne kuiten tegen verbranding beschermt; de hitte van het vuur dringt door het metaal tot aan de kuiten; maar, door middel van eene veer onder de oksels, opent hij een ander werktuig, en bevochtigt ieder oogenblik een dubbel bekleedsel, tusschen de machine en zijne kuiten geplaatst. Men zegt, dat er reeds een groot Cirque voor hem opgerigt wordt, en hij zijne voorstellingen op de Plaine des Vertus zal geven. Vivent les gens d'esprit! |
|