Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1838

Aanhangsel op de Proeve van Bredaasch Taaleigen, bevattende ophelderingen van eenige in onbruik zijnde woorden en spreekwijzen, in oude Bredasche stukken voorkomende. Door Mr. J.H. Hoeufft. Te Breda, bij F.P. Sterk. 1838. In gr. 8vo. 71 Bl. f :-80.

De Heer hoeufft bewijst aan de Nederlandsche Taalminnaars op nieuw dienst met de opheldering van eenige verouderde woorden, die in oude oorkonden van Stad en Lande van Breda, grootendeels in handschrift bij hem berustende, voorkomen.^(*) Het is wederom eene bijdrage, om den rijken schat onzer Taal meer en meer te doen kennen; en al mogt men ook hier eenige woorden of spreekwijzen vinden, die niet zoo uitsluitend tot het Bredaasch Taaleigen behooren, het hier opgemerkte dient nogtans, om over derzelver oorsprong licht te verspreiden, of tot nader onderzoek aanleiding te geven. Ref. heeft niets van belang bij te voegen of aan te merken gevonden, en besluit dus deze eenvoudige aankondiging met vernieuwden dank aan den in zijnen ouderdom nog werkzamen Schrijver.

(*) Zie de aankondiging van des Schrijvers Proeve van Bredaasch Taaleigen in dit Tijdschrift, 1837, N^o. V, bl. 201-205.