Vaderlandsche letteroefeningen. Jaargang 1838

Handboek voor Notarissen, volgens de Nederlandsche Wetgeving. Bevattende: eene behandeling van alle die onderwerpen, welke bij de onderscheidene Wetboeken voorkomen,

[p. 654]

en op de Notariéle practijk toepasselijk zijn; alles opgehelderd door voorbeelden en voorschriften van de onderscheidene Akten, met eene opgave tevens van die bepalingen, waarin de nieuwe Wetgeving van de Fransche verschilt. Door Mr. P. Mabé, Jun., Regter Plaatsvervanger in de Regtbank van Eersten Aanleg, Advocaat en Notaris te Haarlem. Iste Deel. Tweede verbeterde Druk. Te Haarlem, bij de Wed. A. Loosjes, Pz. 1838. In gr. 8vo. XXVI en 288 Bl. f 3-:
Handboek voor Burgers en Kooplieden, houdende voorbeelden van Akten, welke in burgerlijke zaken en zaken van koophandel, volgens de wet, onderhandsch mogen worden opgemaakt. Uit het Fransch vertaald, vermeerderd, en naar de nieuwe Wetgeving omgewerkt, door Mr. C. Themmen. Te Kampen, bij K. van Hulst. 1838. In kl. 8vo. XII en 189 Bl. f :-90.

De duidelijkheid, eenvoudigheid, juistheid en beknoptheid van het Handboek der Notarissen door goux zullen wel altijd bewonderd worden. De form, waarin het is opgesteld, bij wege van vragen en antwoorden, maakt het voor een leerboek uitnemend geschikt, en de telkens daarin voorkomende formulieren zijn kort en zakelijk. Het Handboek van Mr. mabé, thans naar de nieuwe wetgeving door hem omgewerkt wordende, is in doorloopenden stijl. Het is meer een werk van diepere studie en breedvoeriger van inhoud. Naar het eerste Deel te oordeelen, (zijnde de andere twee Deelen dezer omwerking nog niet verschenen) kunnen wij het den Notarissen ruimschoots aanbevelen, daar het hun, bij de verandering der wetgeving, van zeer veel dienst kan zijn. Niet alle voorkomende formulieren zullen evenzeer bevallen; maar het was ook den Schrijver niet te doen om de Notarissen te leeren, hoe zij hunne Akten zullen opstellen. Ieder volge daarin zijne manier, zoo die slechts doelmatig is. Hier was de zaak, zoodanige voorschriften te leveren, waarin het kenmerkende der Nederlandsche wetgeving op den voorgrond stond, en bij welker hoofdzakelijke volging men voor nulliteiten en boeten bewaard bleef. Hartelijk wenschen wij, dat de nieuwe wet op het Notariaat vóór de uitgaaf van het laatste Deel het licht zie: want anders zou daardoor veel aan dit Handboek, buiten schuld des Schrijvers, blijven ont-

[p. 655]

breken, zoodra die nieuwe wet eenmaal zal vervaardigd en aangenomen zijn.

Van veel nut voor Burgers en Kooplieden is ook het hier mede aangekondigde Handboeksken van Mr. themmen. Alleen wenschen wij, dat ieder zich toch herinnere, dat, al staat het vrij, meest alle Akten onderhands te maken, dezelve desniettegenstaande zelden de zekerheid, en nooit den waarborg leveren, alleen te vinden bij Akten voor Notarissen verleden, als welke Notariéle Akten niet slechts geloof verdienen tot inschrijving ter zake van valschheid, maar ook dit voorregt bezitten, dat de Ambtenaar voor schaden en intresten verantwoordelijk is, voor zoo veel er, door zijn verzuim, iets aan ontbreken mogt. Tegen zoogenaamde zaakwaarnemers, die onderhandsche Contracten maken, heeft men nimmer eenige Actie tot schadevergoeding, als er iets aan hun werk ontbreekt, omdat de stukken, door hen in waarheid vervaardigd, door de partijen alleen worden geteekend, en dus als het werk der partijen zelve worden beschouwd.