handelwijze des Aartsbisschops, als de regtvaardigheid en gematigdheid van die der Pruissische Regering, zoo vrijmoedig, zoo duidelijk en zoo gegrond aan, dat Ref. niet zien kan, dat er iets van belang tegen in te brengen is. Alles is volgens de gebeurde zaken en bestaande wetten zoo wél beredeneerd en uiteengezet, dat Ref. liever, dan een breeder en dor verslag te geven, de lezing van het geheel allezins aanprijzen wil. - Mogt iemand vragen, of de Schrijver in waarheid Roomsch is, dan neemt Ref. nogmaals de woorden van den Vertaler over: ‘Voor de zoodanigen diene tot antwoord, dat hij zich niet Roomsch, maar Katholijk noemt; dat men in Duitschland een groot verschil maakt tusschen deze benamingen, en over 't algemeen slechts de woorden Katholisch en Christkatholisch hoort en ziet bezigen, terwijl wij nog altijd van Roomsch, Roomschgezind en Roomschkatholijk blijven spreken; en dat in Duitschland, waar het onderwijs, en vooral het hooger onderwijs voor de Katholijke Geestelijkheid, in handen of onder opzigt van den Staat gesteld is, mannen gevonden worden, wier grondige geleerdheid, wier verlicht en onpartijdig oordeel, wier vrije geest en kloeke taal der Protestantsche Kerk tot eer en zegen zouden verstrekken. - Onder deze laatsten behoort ongetwijfeld de Schrijver van dit stukje. Hij is zekerlijk dezelfde, die die katholische Kirche Preussens geschreven heeft, en reeds daardoor alleen komt hem zulk eene plaatse toe.’
‘De Aanteekeningen en Bijvoegsels,’ zegt de Vertaler, ‘waarmede het stukje vermeerderd is, zijn derzelver oorsprong verschuldigd aan de lezing van andere losse geschriften of stukjes van den dag,’ en zij zijn niet onbelangrijk, gelijk ook niet het laatste, over den toestand der Protestanten in Oostenrijk, overgenomen uit de Allgem. Kirchenzeitung van bretschneider en zimmermann. De Vertaler had er van zijnen voorraad gaarne nog wat bijgevoegd, waarvan hij eenige punten opnoemt, maar heeft, vooral door de vrees voor te groote uitgebreidheid, er van afgezien; welke bijvoeging echter dezen en genen welligt niet onaangenaam zou geweest zijn, en welke Ref. hoopt, dat de Vertaler gelegenheid vinden zal, langs eenen anderen weg mede te deelen.