hoezeer hij deze opmerking veelligt meer gepast bij de beoordeeling des Schrijvers had kunnen bijbrengen. - De bijgevoegde houtsneêfiguren zijn grootendeels middelmatig. Sommige, op vergelijkende ontleedkunde betrekking hebbende, figuren zijn uit de werken van home en cuvier overgenomen.
Dit deel behelst alleen het organische leven. Wij verwachten dus nog de behandeling der zintuigen en der bewegingswerktuigen. De beschouwing der verrigtingen, waardoor de soort wordt voortgeplant en in stand gehouden, is uit het plan der behandeling met opzet door den Schrijver weggelaten.
Daar de Vertaler vóór eenigen tijd, zoo als wij vernamen, overleden is, zal veelligt de voortzetting achterblijven, tenzij dezelve reeds geheel afgewerkt was. Op zijne vertaling hebben wij alleen deze aanmerking, dat hij de gewoonte van Engelsche Schrijvers, om sommige plaatsen uit hunne algemeen bekende Auteurs aan te halen, niet regt begrepen heeft. Die plaatsen zijn in Engeland gangbare munt; elk verstaat ze en weet ze toe te passen. In 't Nederduitsch bleven ze best of onvertaald, of men behoorde er althans voor den lezer de oorspronkelijke bronnen van aan te wijzen. Zoo lezen wij b.v. bl. 24: ‘Ook heeft de gewoonte, om vooraf eene ontleedkundige kennis te vooronderstellen, die men van lezers in het algemeen niet verwachten kan, de hinderpalen vermeerderd, die in den weg lagen aan deze ‘eigene beschouwing van het menschdom.’ Wat is deze ‘eigene beschouwing van het menschdom’? Wij zijn overtuigd, dat er in het oorspronkelijke staan zal ‘proper study of mankind,’ de bekende woorden van pope. Ook heeft de Vertaler somtijds eenige dichtregels vertolkt, 't geen hem niet goed gelukt is. B.v. op bl. 197 lezen wij:
‘Worth all the dead creation, in that hour,
To me appear'd this lonely nautilus.’
dus overgebragt: