zwolgen,’ dan op eene onmenschelijke wijze door de barbaarsche Russen behandeld. Deze hebben alle menschelijkheid uitgeschud; maar de Fransche wellevendheid, die zich ook bij den krijgsgevangene niet verloochende, heeft hen, met wie zij eenigzins in aanraking kwamen, tot menschen gevormd, enz. enz.
Een der weinige Hollanders, die, door den ijzeren wil van napoleon naar Rusland medegesleept, hun vaderland hebben wedergezien, door Rec. naar de waarde dezer Gedenkschriften gevraagd, had er ‘veel overdrevens’ in gevonden. De man is altijd zeer zacht in zijn oordeel, en wij, die de zaak alleen uit Couranten en boeken kennen, willen niet strenger zijn.