Het gebruik en de waarde der Evangelische Gezangen verdedigd, of het Geschrift van H. de Cock, hetwelk getiteld was: ‘De zoogenaamde Evangelische Gezangen, de oogappel der vervoerde en verleide menigte in de Synodaal Hervormde Kerk,’ getoetst, gewogen, en vergeleken met Gods H. Woord en met de zuivere waarheid, maar onwaar, te ligt, en een bloot lasterschrift bevonden. Te Leeuwarden, bij J.W. Brouwer. 1836. In gr. 8vo. 88 Bl. f :-90.
Uit den breedvoerigen titel ziet men genoeg, wat de inhoud van dit stukje is, waarin een ongenoemd Predikant het geschrift van h. de cock op den voet volgt, en aantoont, hoe nietig de redenen zijn, die daarin tot verwerping en verguizing der Evangelische Gezangen ingebragt zijn. Hij brengt hieromtrent verscheidene ware en goede opmerkingen in het midden, welke door hen, die nu nog, na 30 (zegge dertig) jaren sedert de invoering, tegen die Gezangen, als niet kerkelijk-regtzinnig, ingenomen zijn en anderen pogen in te nemen, wel mogen gelezen en behartigd worden. - De wederlegging intusschen van zulke nietige schotschriften, als dat van h. de cock, zou Referent den kostelijken tijd en de ondankbare moeite, die de welmeenende Schrijver daaraan besteed heeft, niet waard zijn, en hij zou de zoodanige met stilzwijgen tot de prullaria verwijzen.