voelen. Wanneer Rec. eene aanwijzing van het kwaad, om enkelen de oogen te openen, doelmatig houdt, zoo rangschikt hij zich evenwel onder de genen, die boeken, van inhoud als het onderhavige, voor schadelijk houdt, wanneer zij tevens de strekking zullen hebben, den leek eensdeels tot waarschuwing, anderdeels tot leiddraad of ter onderrigting te dienen. Wat heeft de leek overigens b.v. aan de anders belangrijke lijkopeningen,
gelijk men onder anderen vindt bl. 105? Wat verstaat hij van asthma, ziekten van het hart en der groote vaten, bl. 133? van polijpachtige stolling van bloed binnen het hart, bl. 134? wat al verder van cirsocele en varicocele, bl. 181? De redeneringen over het verband tusschen de kleine hersenen onder anderen (bl. 208 env.) en de genitalia, - wie zal deze verstaan, dan die reeds diep in de geheimen der wetenschap is ingewijd, en met ontleed- en natuurkundige kennis is toegerust? Werken van zulk eenen stempel, uit het geneeskundige standpunt geschreven, behooren niet in handen te komen van die geene Geneeskundigen zijn. Geschriften, die tegen het kwaad niet slechts waarschuwen, maar raden en helpen willen, behooren eene geheel andere strekking te hebben, om nut te stichten. Rec. herinnert zich hier, uit zijnen vroegeren leeftijd, een reeds grootendeels vergeten en niet genoeg gewaardeerd boek, Sophia's Reize, door wijlen den menschkundigen hermes geschreven.
Wat het onderhavige werk betreft, het komt ons wél voor. Het wordt in twee Hoofddeelen gesplitst. Eerste gedeelte: gevolgen van de bovenmatige bevrediging der geslachtsdrift. - Tweede gedeelte: voorschriften ter voorkoming en behandeling van dezelve. Beide behelzen vele wetenswaardige en hoogstbelangrijke zaken, welke echter, op weinige uitzonderingen na, meer van eenen geneeskundigen dan gemengden inhoud zijn. De Schrijver heeft voor Geneeskundigen een niet onbelangrijk werk zamengesteld; deze zullen het niet onvoldaan over vele mededeelingen ter zijde leggen; voor eene al-