Gedenkschriften van eenen Kobold. Fragment zonder begin en zonder einde van een, bij gelegenheid van het afbreken eens schoorsteens, in eene muuropening gevonden, Handschrift. In het oorspronkelijk Russisch uitgegeven door den Baron Brambeus. Te Groningen, bij R.J. Schierbeek, Jun. 1837. In gr. 8vo. 73 Bl. f :-60.
Rec. wil gaarne erkennen, dat het zeer wel aan hemzelven kan liggen, maar moet tevens opregtelijk belijden, het doel van dit stukje meestendeels niet regt te begrijpen. Best dus, daar wij het noch kunnen prijzen noch durven laken, dat wij het eenvoudig aankondigen. Wij voegen er bij: die het vatten kan, vatte het! Moesten wij er iets van maken, wij zouden het houden voor eene fijne bespotting van het materialisme. Het boeksken is keurig netjes gedrukt; maar wij, voor ons, zagen letter en papier liever aan iets anders besteed.
No. VI. Boekbesch. bl. 254. reg. 23. moet de comma tusschen buiten en Lacedemon weg.
En No. VII. Meng. bl. 356. reg. 18 v.o. leze men volksklasse.