voorkomen, - komen die juist maar eens? Indien Recensent aan de kracht van zulk eenen, meestal voorbijgaanden, ernst en droefheid geloofde, volgens de leer, dat de bekeerden wel vallen, maar niet vervallen kunnen, hij zou althans tusschen twee tijdperken in zijn leven, voor die gelukkige gebeurtenis, in het onzekere zijn, en daardoor misschien alle vrucht dezes geloofs verliezen.
Doch, zoo als wij zeiden, anderen zullen het boek daarom te eer verkiezen. En die dit ook niet doet, zal er evenwel het uitnemendste voedsel voor zijnen geest vinden. Het is, zoo als uit den titel blijkt, met een bijzonder oogmerk geschreven, en wel bepaaldelijk, volgens de Voorrede, voor eene moeder, die hare eigene dochter gaarne godsdienstig onderwijs zoude mededeelen. De Voorredenaar meent, dat het vooral in ons land aan soortgelijke moeders, of ook vaders, niet zal ontbreken, omdat hier, volgens wijze verordeningen, op de scholen, behalve Bijbelsche geschiedenis en dergelijke algemeen aangenomene waarheden, geen zoodanig onderwijs wordt gegeven. En inderdaad, waar dit met de huiselijke opvoeding en het ouderlijk bestuur kan zamengaan, (waartoe dit boek hulp en leiding biedt) daar zal zulks gewis van de beste gevolgen zijn. En tot dat einde prijst zich het werkje uitnemend aan. Het onderwijs hecht er zich geheel aan den Bijbel, zonder de Natuur te verwaarloozen. Het vooronderstelt (volgens een in Duitschland thans vrij algemeen aangenomen denkbeeld) zekere kiem van Godskennis in den mensch, die door Natuurbeschouwing en Bijbelleer vooral slechts ontwikkeld wordt. Wij voor ons denken daarover eenigzins anders. De wet der zeden in ons en de Natuur buiten ons; ziedaar wat wij voor het gegevene achten, waaruit de Godsvrucht daarna voortspruit. Doch, dit doet niets ter zake. Van het mindere tot het meerdere opklimmende, geeft de Schrijver een schoon tafereel van alles, wat de mensch te weten noodig heeft.
Ook verbeelde men zich niet, dat het boek alleen tot gezegde einde zou kunnen dienen. Neen; als leesboek, tot eigen onderwijs, als middel om het geleerde niet weêr te verliezen, ja als handboek voor Predikanten zelve, kan het allezins dienen: is het ook niet om het geheel te volgen, het zij dan om het goede er uit te behouden. Doch, dit alles spreekt immers van zelf. Wij leggen de pen neêr, en wen-