het gewest, statistieke opgaven omtrent de veenderijen, korte kronijk der Provincie, getrokken uit de verhandelingen van Mr. j. ter pelkwijk, levensberigt van wijlen den verdienstelijken Burgemeester van Deventer, Mr. m. van doorninck, en tot toegift een paar stukjes, tot de antiquiteiten der Provincie behoorende. Drie fraaije gesteendrukte afbeeldingen zijn gepaste ophelderingen en geenszins overtollige sieraden van dit werkje, dat blijkens den inhoud, met zorg uitvoerig bewerkt is, en alzoo volle aanbeveling verdient, als bruikbaar en belangrijk voor allen, wie het te doen is om meer dan oppervlakkige kennis van het gewest Overijssel.
No. 2 wandelt, onder het oog van zijnen kundigen bestuurder, het vierde jaar van zijn bestaan met vasten tred te gemoet. In dezen derden jaargang wordt het verhaal Alyd Jarla besloten. Wij ontvangen daarop een ander, getiteld de togt naar Oudega, en eene legende, de verarmde weduwe van Sexbierum. Het welgeschreven levensberigt van wigle van aytta wordt door een gelukkig uitgevallen afbeeldsel van dien grooten man opgeluisterd. De kundige verzamelaar zet zijne toelichting van Friesche Spreekwoorden ook thans weder, tot ons genoegen, voort. Eenige aanwijzingen voor hen, die Gaasterland willen bezoeken, en eene goede beschrijving van de Stins Grovestins, met eene welgelukte afbeelding, zietdaar de voornaamste prozastukjes, behalve een kort vertoog over het geslacht hillama, met de afbeelding van het slot te Bergum, en iets over Dragten. Het naschrift van den bekwamen Redacteur ontslaat ons bijna van alle recensie; alleen willen wij op het poëtisch gedeelte aanmerken, dat het stukje de Jerre Moarn ons minder beviel, dan dat van denzelsden Dichter in den vorigen jaargang: die blonde Auroor komt ook tusschen het Landfriesch wat nuchteren in. De anecdote naar langbein werd in een vorig jaar in een' anderen Almanak reeds op anderen toon vermeld en toen met een plaatje voorzien. De liefhebbers mogen dus ook hier, even als met een stukje van den vorigen jaargang, de vergelijking beproeven. De overige berijmde stukjes maken, met eene enkele uitzondering, wel geene aanspraak op hooge vlugt, maar laten zich toch met genoegen lezen. Alwat tot den eigenlijken Almanak behoort, is ook met zorg bewerkt, hetgeen de bruikbaarheid van dit bij uitstek Friesche jaarboekje voor het algemeen en voor de inwoners
dier belangrijke Provincie werkelijk vermeerdert.
Ruimer verslag en uitvoeriger aanprijzing mogen deze boekskens niet ten deel vallen.
No. V. Boekbesch. bl. 187, in de noot, staat, door verzien, viermaal eene ξ (x) voor eene ζ (z).