Geschied- en letterkundige Bijdragen, door Isak van Harderwijk, Predikant te Katwijk aan Zee. Te Rotterdam, bij H.W. van Harderwijk. 1837. In gr. 8vo. 48 Bl. f :-60.
Daar onze oude Romantische Letterkunde in velerlei opzigt belangrijk is, maar men er hier te lande tot nog toe weinig werk van gemaakt heeft, zoo heeft de ijverige beoefenaar onzer Taal en Literatuur, Mr. van den bergh, sedert lang reeds gunstig bekend, er eene proef van genomen, hoe men het best derzelver kennis meer algemeen kan maken. In eene Inleiding wordt het eene en andere aangevoerd, betrekkelijk het echt-nationale dier bij de lagere standen nog niet geheel vergetene verhalen, als ook over het vruchtelooze van alle pogingen, om oude volksverhalen en oude liederen door nieuwe volksromans en liedjes voor den gemeenen man te vervangen. Daarna gaat de Schrijver tot het eigenlijke werk over, en geeft in het eerste Hoofddeel zoo veel mogelijk verslag van de Ridderromans uit den sabelkring van karel den Grooten, te weten: Floris en Blancefleur, Valentijn en Ourson, de geduldige Helena van Constantinopolen, de vier Heemskinderen, Malaghijs, en Buovo van Ancona. In het tweede, van de Romans uit latere tijden, als: De Ridder met de Zwaan, Margaretha van Limburgh, Olivier van Castille, Jan van Parijs, de goede vrouw Griseldis, Florentina de getrouwe, en Genoveva. In het derde, van de Ridderromans uit de oude gewijde en ongewijde geschiedenis, als: De historie van den vromen Ridder Jason, de verwoesting van Troje, Alexander, en de destructie van Jerusalem. In het vierde behandelt de Schrijver de Amadis-romans, als: Amadis van Gaule, Palmerijn van Olijve, en den Ridder van avonture. In het vijfde, de Romans en Novellen van gemengden inhoud, namelijk de
historiën van de zeven Wijzen van Rome, [den zoogenaamden Toovenaar] Virgilius, den Joodschen Wandelaar, Reinaert de Vos, Fortunatus borse, de Reize van Jan Mandevijl, de historiën van Doctor Faustus en van Thijl Uilenspiegel. Een toevoegsel levert de titels van nog een aantal werken, welke de Schrijver, omdat hij die slechts bij name kende, onder het getal der Volksromans niet heeft durven opnemen. Een Overzicht (gelijk de Schrijver verkiest te spellen) over de Romantische Literatuur in de Nederlanden besluit het werk. Daarin wordt onder anderen de aesthetische waarde dier Literatuur boven die der werken van maer-