De Vorstendag te Smalkalden. Historisch Romantisch Tafereel uit de zestiende Eeuw. Naar het Hoogduitsch van L. Bechstein. Te Groningen, bij J.B. Wolters. 1837. In gr. 8vo. 378 Bl. f 3-60.
Rec. moet belijden, dat hij bij het lezen van dit boek in zijne verwachting zeer is teleurgesteld, en dezen roman als een mislukt voortbrengsel meent te moeten beschouwen. Het heet een historisch-romantisch tafereel; beter ware het dan nog geweest, te spreken van een romantisch tafereel en van een historisch tafereel, want beide hebben in dit boek al zeer weinig met elkander gemeen. Wat den Vorstendag betreft, voor eenen roman vinden wij daarvan te veel, voor eene geschiedenis veel te weinig; en wat er van staat, zal in dezen vorm en verbindtenis weinigen behagen. Het romantische is sober, en boezemt volstrekt geen belang in; het hangt daarenboven bitter slecht te zamen, en verhaalt twee of drie, met elkander niets gemeen hebbende, onbeduidende vrijaadjes. Personen, historische en andere, komen bij het honderd in dit boekdeel voor. Bechstein, wordt ons in de voorrede (geteekend G.) herinnerd, is een dichter; daaraan hebben wij dan misschien den ondragelijken bombast te danken, die ons in iedere beschrijving of redenering in het oor klinkt. Enkele partijen zijn wat beter, gelijk de beschrijving van het maskeradefeest. Met welk eene zorg het boek vertaald is, blijkt uit eenige staaltjes van woorden, zoo gaandeweg onder het lezen opgeteekend, en wier aantal nog vrij wat had kunnen vermeerderd worden: omstaltingen, gespensen, verschertsen, beherbergen, malder gemeenwezen, regtigen, ehewijf, schalknar, tuchtig, ranken voor listen, uitvindig maken, wilvaardige schoonen, grim, grimbekkend, besluipen, hoonlagchen, gleisen, gesmijdig (man) enz. enz. Wie niet beter vertaalt, houde
vrijelijk de pen van het papier!