konden vinden. Jammer; want er zijn waarlijk zeer goede brokken in, die in eenen beteren zamenhang verdienden voor te komen, gelijk de beschrijving van den kersnacht. Veel beter behaagde Rec. werner, een tooneel uit den Spaanschen oorlog, waarin de vreeselijke toestand van eenen tot aan het hoofd toe begravenen treffend is geschilderd. Rec. was teleurgesteld, toen de redding des ongelukkigen verzwegen bleef, ofschoon misschien het effect van het verhaal door de afbreking niet wordt verminderd. Vaderlandsche zangen hebben de laatste jaren zoo vele opgeleverd, dat wij moeijelijk daarin te bevredigen zijn, en liever de kleinere en huiselijke stukjes van den dichter lof geven, al is het ook, dat in deze hier en daar onnaauwkeurigheid zich wel eens wat sterk vertoont. Over het algemeen gelooven wij den Heere clemens te mogen raden, niet te spoedig met uitgeven te zijn. In poëzij vooral is reeds het middelmatige verboden, en, helaas, hoe vele middelmatige dichters tellen wij! Hij oefene zich, leere naauwkeurigheid van taal en uitdrukking, en zuivere voornamelijk ook zijnen smaak, door goede voorbeelden te bestuderen! Aan gevoel en verbeelding ontbreekt het hem niet. - Eene betere correctie ware te wenschen geweest.
Nog minder geneigd is Rec., om Vrouwe croissant hard te vallen over de uitgave harer Dichterlijke Uitboezemingen. Zij betuigt zelve daarmede geen eer of roem te bejagen, maar slechts aan hare vrienden, op hun verzoek, eene gedachtenis te willen nalaten. En wanneer wij dan in die Uitboezemingen zelve de uitdrukking vinden van opregte godsdienstigheid, van huwelijksliefde en moederlijke teederheid, waartoe zou Rec. dan de godvruchtige dichteres, die den avond des levens schijnt bereikt te hebben, en dus ter volmaking van haar talent van aanmerkingen wel weinig gebruik meer zou kunnen maken, door eene gestrenge kritiek bedroeven? Mogen hare dichtstukjes over het algemeen geene groote poëtische waarde hebben, zij ademen alle eenen goeden en loffelijken geest; die aan hare kinderen vooral zijn eenvoudig en hartelijk. Hare vrienden zullen zeker het bundeltje met genoegen ontvangen; ook buiten dien kring zijn er welligt hier of daar, voor wie de eenvoudige toon, de hartelijkheid en godsdienstige inhoud dezer stukjes juist berekend is. Voor het grootere publiek zijn zij minder geschikt, en om eigenlijke kunstwaarde behoeven zij niet gelezen te wor-