geen de geduldiger vrouw, door zoo velerlei werkzaamheden niet gedreven, met meer tijdsopoffering en gelatenheid verbeiden kan. Mogten de pogingen gelukken, dat de stand der vroedvrouwen wederom meer mogt gehandhaafd worden! Mogten daartoe middelen, ook als het voor ons liggende werk, gunstig medewerken!
Wat den eigenlijken inhoud van dat werk betreft, kunnen wij in een zoo veel gelezen Tijdschrift tot geene uiteenzetting der onderwerpen komen; het geheel is van te kieschen aard, om voor lezers, en lezeressen vooral, van zoo verschillenden leeftijd, als wij ons voorstellen dat de Letteroefeningen in handen nemen, behandeld en uiteengezet te worden. Blijve dit voor een Genees- of Heelkundig Tijdschrift over, indien er in het Koningrijk der Nederlanden nog één gevonden worde, dat aan het doel naar eisch beantwoordt. Wij bepalen ons dus hoofdzakelijk slechts bij aankondiging.
Wat het werk zelf in het algemeen betreft, zouden wij zeggen, dat het hier en daar wat beknopter had kunnen zijn, waardoor het in algemeene bruikbaarheid zoude gewonnen hebben. Gaat het op enkele plaatsen ook niet wat te hoog? De vertaling komt ons, over 't geheel, voor, wél uitgevallen te zijn. Hier en daar, echter, hadden de lange volzinnen wel gesplitst kunnen worden, hetwelk de duidelijkheid veel zoude bevorderen. Men kan vooralsnog, in ons land, voor deze klasse van menschen niet te duidelijk wezen; want onze vroedvrouwen, met derzelver onderwijs, staan nog verre achter bij die van Frankrijk vooral en van sommige gedeelten van Duitschland. Wanneer wezenlijk baco, boerhaave, bichat en broussais eene zamenkomst in het Doodenrijk over onze Geneeskundige Staatsregeling gehouden hebben, dat de toestand van het vroedkundig onderwijs en de uitoefening der vroedkunde hunne aandacht dan niet ontgaan zij! Mogt de aftrek van dit boek daardoor bevorderd worden, dat Gemeentebesturen het, als eene soort van premie, op de vaak schrale traktementsbedeeling toe gaven!